De jonge vrouw keek met verbaasde blikken naar de veiligheidsbeambte die gelijk haar tas uit de handen trok. “Hé leipo, ben je wel lekker, blijf met je tengels van me tas af”. Ze probeerde haar boodschappentas terug uit de handen van de man te trekken, maar deze hield zijn gewicht naar achter en trok nijdig de tas naar zich toe. ”Dit is een geprepareerde tas vol met gestolen goederen, u gaat even mee naar achter”. ”Wat naar achter, helemaal niks naar achteren, en ik heb geen geprefapereerde tas. Laat los”. Ze deed weer een duik naar de volle boodschappentas, die nu als een trofee in de handen van de beveiligingsbeambte was.

En hij was zeker niet van plan om los te laten. De jonge vrouw kreeg een rood hoofd van woede, en dook met vereende kracht naar de man, die haar van zich af probeerde te duwen. Het winkelend publiek keek hier geamuseerd naar, en niemand had de intentie om in te grijpen. Het was veel te leuk om te kijken wie het gevecht om de tas zou winnen.

”Je mag me niet eens arresteren vent, geef nou hier die tas, je wordt vervelend.” Als u even mee naar het kantoortje gaat is het zo opgelost”. Tactiek was de boodschap, en rustig blijven. ”Je kan me wat, ik gaat helegaar niet met je mee naar achter, wat denk je wel, geef die tas nou, anders zal ik je direct een penalty verkopen!! ” Haar taalgebruik werd grimmiger, en de man keek een beetje onbeholpen om zich heen.

Geen collega in de buurt, geen personeel van de winkel die zich er mee bemoeide, iedereen zat eigenlijk te wachten wat er komen ging. ”U gaat nu mee, want u krijgt toch niet eerder uw tas terug”,” stik met je tas, geef me boodschappen terug, anders roep ik de politie”. ”Ja, moet u vooral doen, dat scheelt mij werk, loop nou even mee”.

De vrouw dook weer naar haar zware boodschappentas, en als een matador draaide de man zich half om, zodat de vrouw haar gewicht verloor en als een volleerde ballerina een spagaat toonde. Terug omhoog kruipend op haar knieen hield zij haar armen om de benen van de man. De man probeerde met tas en al zich een weg te banen door de winkelende mensen, de vrouw aan zijn benen meeslepend, de tas vastgeklemd voor zijn borst.

De vrouw hield stug vol, en liet zich lekker meeslepen, ondertussen allerlei verwensingen en vloeken naar de man toewensend. Het winkelend personeel ging lachend opzij voor de twee, die als een stel acrobaten door de winkel sleepten, richting kantoortje. Daar aangekomen gooide de man de deur open en sleepte zich voort, met de jongedame onder aan zijn kielzog. ”Verrot toch kerel, geef me tas terug, anders trek ik je benen uit je lijf!!”

De man keek boos naar beneden, en trok toen in een beweging de dame omhoog. ”En nou is het afgelopen, je gaat mee naar binnen, maakt je tas leeg, en dan zullen we eens zien wat je allemaal gestolen hebt!” De jonge vrouw gaf de man een trap tegen zijn scheenbeen en liep met vaste tred het kantoortje binnen.

De man gaf een schreeuw van pijn en hinkte achter haar aan, vergetend de deur te sluiten. De vrouw ging met een beledigde blik zitten op een stoel en keek boos afwachtend naar de man die de grote tas omkieperende op het bureau. Een groot pak pampers, een busje babypoeder, vochtige zakdoekjes in een plastic doosje verpakt. Kortom, alleen babyartikelen. Zijn blik van verbazing van een Oscar waardig.

”Wat is dat nou”? ”Nou, dat zijn dus babyartikelen, en die tas is dus gewoon een koelbox van de camping, kloothommel”!! Een grote glimlach op het gezicht van de jonge vrouw. De man wist even geen raad met zijn houding en wilde zijn verontschuldigingen aanbieden.

Hij had onterecht gedacht dat de vrouw had gestolen uit de winkel . De jonge vrouw stond op, vulde haar tas weer met haar spullen en keek braaf naar de man. ”Mag ik nou gaan baas??” Éhh..het spijt me, u kunt gaan, ik wil mij….”Verder kwam hij niet, de vrouw beende met grote stappen het kantoor uit, een harde knal van de deur achter zich latend. Bij de uitgang aangekomen keek zij nog even om zich heen, graaide snel een paar shirts uit het kledingrek en maakte dat ze de deur uit kwam.
Alleen het geluid van het alarm dat afging was te horen.

Leny Jansen van het Laar-Kruis.

Categorieën: Verhalen

klapdoos

Gewoon een Amsterdamse vrouw die met een vrouw getrouwd is, ziek is, zodanig dat de neerwaartse spiraal steeds verder zakt. maar een kniesoor die daarop let. Ik lach graag, heb genoeg traantjes gelaten om mijn ziekte en nu is het tijd om via mijn nieuwe boek eens door te gaan met uit het leven te halen wat er te halen valt, zeker in een crisistijd is het de kunst om toch vrolijk te blijven. Mijn motto is dan ook: Een dag niet gelachen is zeker een dag niet geleefd.

3 reacties

Mosje · 18 juli 2006 op 13:24

Beste klapdoos (hoe kom je in ’s hemelsnaam aan zo’n nickname?), ik geloof wel dat je goed kunt schrijven, maar in dit stukje komt dat niet zo uit de verf. Het is meer een verhaal dan een column, maar dat mag geloof ik hier op CX. Maar ook als verhaal is het niet erg spannend, en de plot weinig verrassend.

KawaSutra · 18 juli 2006 op 18:03

Ja Mosje, verhaaltjes mogen volgens mij ook op CX.

[quote]Hij had onterecht gedacht dat de vrouw had gestolen uit de winkel.[/quote]
Dit lijkt me na de uitvoerige beschrijving een wat overbodige zin. Je schrijfstijl is best wel leuk, maar mag van mij wat beknopter.

klapdoos · 5 augustus 2006 op 08:10

Mosje ik blijf zeggen, ik doe het niet slecht voor iemand met vijf jaar lagere school en vier zwemdiploma’s. Toch Mosje?? En Klapdoos? Zo heet mijn log nu eenmaal, en daar ben ik berucht mee geworden, dus het zou eeuwig zonde om de klapdoos te laten verdwijnen, nee erger dan dat, er komen nog meer van die verhalen langs. Mag de pret niet drukken Mosje, je hoeft ze niet te lezen hoor. 😮 😀 😀

Geef een reactie

Avatar plaatshouder