Het was druk bij mijn favoriete buurtsuper, veel mensen blokkeerden de gangpaden en vielen hun medemens lastig met verhalen over hun vakantie en wat ze daar zoal hadden meegemaakt; de vakantietijd is namelijk voorbij dus iedereen is weer terug op het honk en in dit geval ook in mijn geliefde buurtsuper. Ik vraag mij af of een buurtsuper een geschikte plek is om over vakantieleed te pochen maar goed, daarmee stonden ze dus danig in de weg. Een vrouw met een invalide wagentje probeerde ook haar inkopen te doen en hierdoor ontstond vervolgens een file bestaande uit geïrriteerde mensen met boodschappenkarretjes. Één man in het bijzonder manifesteerde zich wel heel erg nadrukkelijk, hij had een veel te klein t-shirt aan en een kop of hij dagen achtereen in de magnetron had gelegen. Met een stem die tot voorbij de achterste schappen te horen moet zijn geweest sommeerde hij de communicerende passanten om plaats te maken omdat ‘hij’ erdoor moest! Zo, daar konden ze het mee doen. Een echtpaar ging verbouwereerd opzij en Brulboei met zijn vrouw in het kielzog ging verder met zijn zoektocht door de schappen.

Even later kwam ik ze weer tegen en nu versperde hij zelf het pad. Ik reed met opzet tegen zijn karretje aan ten teken dat ik erdoor wilde; ‘ja rustig maar’ brulde hij, wij gaan zo weer verder, last van zenuwen? Gelaten wachtte ik af want hij wist niet dat hij als joker zou worden gebruikt voor een nieuw verhaal.

En oh ja, bruine basterd suiker moest ik nog hebben, en ik ben er toch zeker 3 keer aan voorbij gelopen alleen omdat de verpakking was gewijzigd en daar reken je als argeloze voorbijganger toch niet op?

Bij de kassa aangekomen zie ik dat Brulboei vóór mij staat, hij zet alles vanuit hun karretje op de lopende band en commandeert met luide stem zijn vrouw om af te rekenen want hij gaat dan alvast aan het einde staan om de boodschappen in de tassen te doen. Zo gezegd zo gedaan. Breedgeschouderd pakt hij alle aankomende boodschappen aan en vol bravoure flikkert hij die in de tassen; een andere uitdrukkingswijze kan ik er niet voor vinden. Toen sloeg het noodlot toe: er glipte een chocoladetoetje uit zijn hand en dat kletterde op de grond. Het bekertje kon de klap niet verwerken en barste helemaal open, een rampzalige chocovlek middenin de doorgang was het gevolg. Brulboei bevroor in zijn beweging en keek hulpeloos eerst naar de caissière en dan naar zijn vrouw die hem beide geen blik waardig keurde. Van die oppermachtige, overheersende en dominerende man was niets anders meer over dan een hulpeloos kind; aan de caissière vroeg hij heel timide: heeft u misschien een doekje voor mij? Zijn ogen keken vragend in het rond en zochten hulp maar niemand reageerde. Op mijn lippen brandde de vraag of hij misschien zenuwachtig was geworden maar in zijn toestand was hij wellicht over de band gesprongen om mij even mores te leren. Ik liet het maar zo en lachte smerig in mijn vuistje.

Toen ik betaald had en met mijn karretje wegreed ontmoette mijn ogen de ogen van zijn vrouw, zij glimlachte verlegen naar mij; ik knikte haar vriendelijk toe.


6 reacties

BrokenHalo · 8 oktober 2006 op 09:28

[quote]Toen ik betaald had en met mijn karretje wegreed ontmoette mijn ogen de ogen van zijn vrouw, zij glimlachte verlegen naar mij; ik knikte haar vriendelijk toe.[/quote]

Blik van verstandhouding? 🙂
Goed geschreven…

pally · 8 oktober 2006 op 10:41

Leuk stukje en welkom bij de club: supermarkt-columnschrijvers! 😀 😀

Li · 8 oktober 2006 op 12:42

[quote]heeft u misschien een doekje voor mij[/quote]

Niks doekje. Zo’n figuur zou voor straf de chocolade van de grond af moeten likken 😀

Li

WritersBlocq · 8 oktober 2006 op 21:46

Mmmmmmm… (van de toetjeskoningin)

KawaSutra · 9 oktober 2006 op 00:30

Leuk beschreven hoe zo’n dominante vent verandert in een beschaamd klein kind.

senahponex · 9 oktober 2006 op 09:20

Mijn beste Prlwytskovsky, zoals altijd weet jij een lach bij mij los te weken, door aan te geven, in je columns dat we allemaal doodgewone mensen zijn geweldig weer 😀 😀

Geef een reactie

Avatar plaatshouder