Links naast mij zitten twee meiden te giechelen omdat ze Godspeed, die de linkervleugel van het terras loopt, een ‘lekker ding’ vinden. De dames zijn op een melige manier in conclaaf over de eigendomsrechten voor deze knaap, want degene die ‘m het eerst in het oog kreeg heeft de meeste rechten, vindt de blonde. Het donkerharige meisje is het daar niet mee eens, omdat zij tenslotte nog ‘niemand heeft’ in tegenstelling tot haar metgezel. Schuin tegenover me aan de rechterkant is een vrouw van middelbare leeftijd in gevecht met een opdringerige wesp die het heeft voorzien op haar ongetwijfeld zoete frisdrank of misschien wel haar parfum. Ze staat voortdurend op en mept in blinde paniek om zich heen. Bij de vrouw die haar vergezelt en tegenover haar zit werkt dit olijke tafereel op de lachspieren. Een aanstekelijk lachje wordt telkens herhaald wanneer de wespenhaatster van de stoel opspringt en snelle wendingen maakt in een poging om het insekt te misleiden. Ik houd ondertussen angstvallig in de gaten of de wesp mij niet als nieuw slachtoffer gaat uitkiezen. Ik heb immers nauwelijks een vluchtweg. Een zwart poedeltje maakt zich klein om onder een tafeltje door een kruimeltje van de grond weg te werken. De eigenaar van dit hondje laat zich niet gemakkelijk raden. Er is immers niemand die zich erom lijkt te bekommeren wat het beest aan het doen is.
Een schaduw glijdt langzaam over ons tafeltje. Een grote kalende man van enorme omvang loopt voor ons langs om het enige nog vrije tafeltje te gaan innemen. Hij schommelt ietwat door zijn flinke ballast en laveert onhandig tussen de stoeltjes door. Ik trek snel ons tafeltje naar me toe om iets meer ruimte voor hem te creëren zodat hij kan ons kan passeren. Hij probeert zichzelf in een stoel te wurmen, maar de leuningen laten hem weinig ruimte. Als hij daar zelf ook achterkomt is het al te laat. Hij wil weer gaan staan maar de stoel lijkt niet van plan hem nog los te laten. De stoelpoten steken naar achteren en vormen regelrecht een wapen voor een ouder echtpaar dat achter hem zit dat plotseling opzij buigt om de stoelpoot die rakelings langs hun schouders gaat te ontwijken. Het slachtoffer dat gevangen is door de stoel merkt het niet op en raakt licht geïrriteerd. Zijn neusvleugels beginnen hun eigen verhaal en zijn ogen verraden kwaadheid. Zijn vrouw sjort aan de rugleuning van het projectiel en weet haar man uiteindelijk te bevrijden van zijn scherpe uitbouw. Niemand durft hardop te lachen, maar ik zie aan de gezichten om mij heen dat iedereen het geamuseerd heeft zitten gadeslaan. De serverende adonis heeft blijkbaar in de gaten wat er aan de hand is, want die komt met een stoel zonder leuningen naar buiten gelopen. Hij zet ‘m met een uitnodigend gebaar voor de man neer die er voorzichtig op gaat zitten alsof hij bang is er doorheen te gaan. Ondertussen haalt Godspeed een blocnootje tevoorschijn en vraagt wat de onfortuinlijke gasten willen bestellen. Ze bestellen twee koffie compleet, voorzien van een appelpunt met slagroom. Nu de man eindelijk zit, kijkt hij om zich heen om te zien met wie hij het terrasje deelt. Op dat moment passeert een flamboyante figuur, getooid met een zwarte glooiende hoed en een rode zijden sjaal het terras. ‘Hé Viking’, roept de man en hijst zich weer moeizaam overeind om zijn hand naar de inmiddels op hem afkomende ‘vriend’ uit te steken. Onder de hoed vandaan wordt een grote rij blinkende tanden zichtbaar. ‘Niek, man! Wat heb ik jou een tijd niet gezien! Hoe is het, ouwe reus?!’ Ondertussen drukt hij een kus op de uitgestoken hand van de partner van Niek. ‘Kom hier even zitten en drink wat met ons. Wil je ook koffie?’ Niek roept de ober onderwijl wijzend op de gewraakte stoel ten teken dat Viking daar plaats mag nemen. Hij moest eens weten wat deze stoel allemaal heeft uitgevreten. Ik merk dat ik nieuwsgierig wordt naar de achtergrond en de raakvlakken van deze twee zo verschillende mensen, maar voel me tegelijkertijd een voyeur. Ik ben slechts een figurant in een scène uit de europese cinema. Bovendien wilde ik even niets aan mijn hoofd hebben. De wesp vergeet ik verder. Die maakt geen deel uit van mijn leven zolang ik ‘m niet zie, want wat je niet ziet, dat is er niet. Lang leve de filosofie.
Ik laat mijn hoofd enigszins achterover zakken zodat de zon mijn gelaat kan voorzien van een zomers tintje. Ik sluit mijn voyeuristische ogen en oren en even later ben ik alleen nog maar het middelpunt van een onverstaanbaar geroezemoes. La vita è bella!
14 reacties
Godspeed · 25 mei 2004 op 14:04
[quote]Links naast mij zitten twee meiden te giechelen omdat ze Godspeed, die de linkervleugel van het terras loopt, een ‘lekker ding’ vinden. De dames zijn op een melige manier in conclaaf over de eigendomsrechten voor deze knaap, want degene die ‘m het eerst in het oog kreeg heeft de meeste rechten, vindt de blonde. Het donkerharige meisje is het daar niet mee eens, omdat zij tenslotte nog ‘niemand heeft’ in tegenstelling tot haar metgezel.[/quote]
Als je van meiden nu mannen maakt, en van Godspeed, mevrouw Godspeed maakt, kom je een heel end in de richting.
Erg veel, vrijgezellige mannen in Beegden, die achter mevr. Godspeed aanzitten.
Als ze binnenkort een buikje krijgt zal ik ze ter verantwoording roepen, [b] en wie heeft dit gedaan…..[/b]:-D:-D
Irma · 25 mei 2004 op 17:41
Godspeed, ik vond het gewoon leuk om je naam te misbruiken 😉 Beetje flauwekul-column n.a.v. het café hier om de hoek, waar je de naam God’seed’ hebt gekregen 😛
Eftee · 25 mei 2004 op 17:42
Leuk! Ik ben benieuwd wie wie is.
Kees Schilder · 25 mei 2004 op 18:33
Hij is weer erg leuk geschreven, Irma
Mosje · 25 mei 2004 op 19:14
Heeft de redactie zitten rommelen met de volgorde van de columns? Deze column zag ik vanmorgen toch echt niet. Later op de dag wel!!
Of heeft Ma3anne zitten toveren?
Of is Irma ook een heks?
Ben ik gek geworden?
Is het zaad van Godspeed al tot ontkieming gekomen?……….
Eftee · 25 mei 2004 op 19:38
Blij dat jij dat ook had Mosje, ik was al bang dat ik weer eens iets had gemist.
Irma · 25 mei 2004 op 19:42
Ik had ook al het idee dat ik er een beetje tussendoor gefoezeld was…:-P
Maar ik vind het niet erg, want het is zoals gezegd een beetje een flauwekul column die wat mij betreft de voorpagina niet hoeft te halen. Misschien was de redactie dat op voorhand al met me eens. 🙂
Mosje, schrik niet. Volgens sommige mensen ben ik absoluut een heks. Maar wel een witte wicca zonder een greintje kwaad in de zin 😉
Louise · 25 mei 2004 op 20:43
Flauwekul of niet, leuk is ie wel! En ik als pasgeboren columnX-ertje maar puzzelen wie wie was. Ben er nog niet uit, maar dat kan absoluut aan mij liggen 😎
Ma3anne · 25 mei 2004 op 20:46
Hee heksje, geinig idee om de personages in het café vanuit jouw fantasie een ‘gezicht’ te geven. 😀
Mosje · 25 mei 2004 op 20:59
Shit, toch gelijk dus…..twee heksen….
Ik ga emigreren. Naar Texel of zo. 🙂
Shitonya · 25 mei 2004 op 21:41
Geinig verhaaltje heur. Kon misschien iets minder langdradig, soms kon ik m’n aandacht er niet zo bijhouden, omdat er niet zo’n “vaart” inzat. Maar verder top 🙂
Irma · 25 mei 2004 op 22:23
Mosje, kom dan wel op de bezem. De boot is duur!
Hans · 26 mei 2004 op 09:55
Heerlijk, voyeur te zijn op een terras.
Zelf alleen waarnemen en niet zelf in de gekte meedoen.
Leuk zoals je andere namen (mis)(ge)bruikt hebt.
Het beroep dat ik in het dagelijkse leven doe bestaat uit 80% waarnemen. Dus ik herken hier wel iets in. Mooi fatasie terras, dat er ook best echt had kunnen zijn!
WritersBlocq · 11 oktober 2005 op 22:15
Ik neem nog een virtueel biertje :pint: