Het was ‘s ochtends vroeg, nou ja, voor mij erg vroeg. Het was nog grijzig en schemerig buiten, al kon dat ook best zijn omdat het nou eenmaal een grauwe dag zou worden. Het was rond zeven uur, het was het uurtje van de hardlopers. Ze komen als afgesproken op dezelfde tijd overal vandaan gerend. Ze lopen op de stoepen en fietspaden, hun blik schuin op de grond gericht, altijd rennend voor iets wat hen onzichtbaar achterna zit. Wanneer ze elkaar passeren kijken ze elkaar alleen aan als groet; een ‘goedemorgen’ kost nu eenmaal essentiële adem. Ik zat op mijn fiets richting het station, de ochtenddauw bleef in mijn haar plakken en mijn vochtige handen voelden ijskoud aan. In de verte zag ik een jongen rennen. Zijn rechterarm zwaaide bij iedere stap iets verder opzij dan zijn linkerarm, wat er een beetje knullig uitzag. Toen ik dichterbij fietste zag ik dat hij prachtig blond haar had. Op zijn T-shirt stond dat hij bij de roeivereniging zat. Ik bleef een stukje achter hem rijden, deels omdat ik me nu eenmaal een verader voel als ik hardlopers inhaal; zij doen zoveel moeite om met die snelheid een bepaalde afstand af te leggen, en ik fiets hen fluitend met een hand aan het stuur en de ander in mijn jaszak voorbij. Deels, maar dit was bijzaak, bleef ik ook wat achter om zijn lichaam in zijn strakke sportbroek te bewonderen. Waar zijn ze anders zo strak om?

Toen ik wel erg veel moeite moest gaan doen om zijn tempo onopvallend bij te houden, reed ik hem voorbij. Bij het stoplicht stopte ik keurig voor rood, terwijl ik anders elke dag mijn leven inzet bij de berekende gok naar de overkant. Op deze manier haalde hij me weer in, en terwijl hij doorrende maakte ik snelheid. Ik keek opzij, en toen hij me aankeek produceerde ik mijn mooiste glimlach. Hij grimaste terug; probeer maar eens een mooie glimlach op je gezicht te toveren als je drie kwartier gerend hebt. Ik raapte al mijn moed bij elkaar en sprak hem aan. “ Ik weet dat je dit voor de sport doet, maar wil je een liftje?” Hij keek me verbaasd aan en dacht zichtbaar na. Ik vroeg me af wat er door zijn hoofd ging; “ Wie denkt die blonde doos wel niet dat ze is, laat haar doorrijden”, of dacht hij serieus na? Hij glimlachte, trok een wenkbrauw op, maar rende door. Ervan uitgaande dat dit een afwijzing van mijn verzoek was fietste ik door naar het volgende stoplicht. Voor de zekerheid stopte ik maar weer, een liefde op het eerste gezicht moet je niet zomaar laten gaan. Vooral niet als dat rennend dreigt te gebeuren.

Deze keer stopte hij ook, ik keek hem afwachtend aan, hij knikte.“ Spring maar achterop” zei ik.“ Waar rende je heen?”
“ Ach, ik dacht altijd dat ik naar nergens in het bijzonder rende.” zei hij terwijl hij een arm om mijn middel sloeg. “ Maar nu denk ik dat ik misschien al die tijd naar jou gerend heb.”


9 reacties

SIMBA · 27 februari 2007 op 12:07

[quote]om zijn lichaam in zijn strakke sportbroek te bewonderen. Waar zijn ze anders zo strak om? [/quote] 😆

Chantalle · 27 februari 2007 op 12:26

Waanzinnig leuke column. Ik zag het zomaar een beetje voor me.

KingArthur · 27 februari 2007 op 13:20

Misschien moet ik ook maar eens gaan hardlopen.

Mup · 27 februari 2007 op 13:20

Erg (strak) mooi einde, verlang heftig naar een fiets, maar dan niet achterop:-)

Groet Mup.

arta · 27 februari 2007 op 17:37

Leuke column!
😀

pally · 28 februari 2007 op 12:39

Geestig geschreven en nou maar hopen dat er behalve het strakke kontje en de blonde haardos ook nog veel leuks in het koppetje zit… 😆
groet van Pally

Arne · 28 februari 2007 op 17:28

leuk verhaal.. 😆 :wave:

Arne

Joy · 28 februari 2007 op 23:15

Ik vond hem erg leuk.

Maar waar zijn de andere hardlopers?

Mug · 1 maart 2007 op 12:41

Bedankt voor de reacties, ik ben er deze keer nog blijer mee dan anders, ik twijfelde namelijk of ik deze wel zou insturen.

Joy, de andere hardlopers zitten in de eerste alinea. Ik vond het lastig om een goede titel te verzinnen deze keer. In mijn hoofd kwam het zinnetje ‘hardlopers zijn doodlopers’ bovengeborreld, en vandaar dat ik de meervoudsvorm gebruikt heb. Al snap ik zelf dan weer niet wat dat zinnetje met deze column te maken heeft… :eh:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder