Wie heeft er niet zijn helden? Iemand waar je tegen op kijkt, die je ziet als je grote voorbeeld, je geestelijke mentor? Het kan een beroep zijn, zoals brandweer- of politieman. Een persoon zoals Obama, Beckham of Einstein. Helden die inspireren, het leven een zin of een richting geven. Ik ben gefascineerd door mensen die in de voetsporen van hun helden treden, hoe onwaarschijnlijk die helden ook lijken te zijn.
Neem nu die jongen, die ik jaren geleden leerde kennen. Het was een korte ontmoeting, zo’n ontmoeting die eenmalig is maar een beeld in je geest achterlaat als een foto van een mooie dag. Ik zag hem staan toen ik op bus 72 stond te wachten, onder aan de trappen van winkelcentrum Zuidplein in Rotterdam. Hij stond daar te wachten met een rugzak, een verweerd gebruiksartikel dat onder rood stof achter zijn voeten lag. De jongen keek niet naar de bushalte. Hij keek de trappen omhoog naar de mensen die met hun aankopen zich spoedden naar de Metro die boven aan de trappen zijn ingang had. Vrouwen met vier of vijf tassen, jongens met dozen in hun handen en mannen die gehaast het metrostation in gingen. Hij stond daar en keek aandachtig omhoog, zijn jonge gezicht verwrongen in een getergde uitdrukking alsof een worsteling zich in hem voltrok. Die blik trok mijn aandacht. Ik liet de bus aan me voorbij gaan en sloeg de jongen gade.
Reizigers stroomden de trappen af terwijl hij met die blik in zijn ogen peinzend de trappen op keek. Nieuwsgierig volgde ik zijn blik. Boven aan de trap, ongeveer op de plek waar hij zijn ogen op gericht leek te houden, stond een wat oudere man. Hij schuifelde ongemakkelijk heen en weer, genegeerd door de vriendinnen die het winkelcentrum betraden om nieuwe kleren te gaan kopen. Terloops passeerde de mensen hem maar de jongen volgde de kleine bewegingen die hij maakte even gefascineerd als ik hem observeerde. Dit duurde zo’n tien minuten, toen kwam er een rust over zijn gezicht. Hij draaide zich naar mij toe en vroeg of ik even op zijn tas wilde letten. Ik zei ja en keek toe hoe hij de trappen opliep en de oudere man benaderde. Wat er toen gebeurde, raakte me. De man gaf een kort antwoord wat ik in het geroezemoes niet kon verstaan en pakte de uitgestoken hand van de jongen vast. Met zijn tweëen daalde zij de trappen af en de jongen begeleidde de man naar de taxistandplaats en hielp hem instappen. Hij sloot de deur en wuifde nog even naar de man terwijl de taxi wegreed. Toen draaide hij zich om en liep terug naar de halte.
Een nieuwe bus diende zich aan en ik reikte hem zijn rugzak aan. Een glimlach lag op zijn gezicht. In de bus greep ik mijn kans om hem te vragen wat er was gebeurd. De jongen glimlachte en zei: “Ik zag die man boven aan de trappen staan en het viel me op dat niemand hem leek te zien. Ik ben net in Taizé geweest, een plaatsje in Frankrijk waar frére Roger met zijn medebroeders jongeren ontvangt en met hen praat over het geloof en alles wat daar bij hoort. Terwijl ik zo stond te kijken en probeerde te bepalen wat er nu eigenlijk aan de hand was, viel me zo de vraag binnen wat Jezus in zo’n geval zou doen. Dat antwoord was simpel: hij zou naar hem toegaan en vragen wat er aan de hand is. Dat heb ik gedaan. Hij bleek zo’n kramp in zijn benen te hebben dat hij niet meer naar beneden durfde te lopen. Hij wilde naar een taxi toe. Ik heb hem daarmee geholpen en een oude man uit een moeilijk pakket geholpen. Hij was zo dankbaar, dat ik me even verbonden voel met mijn mentor.”
Een simpel antwoord van een simpele held. Maar een held, niettemin.

Categorieën: Verhalen

5 reacties

Mien · 3 juni 2010 op 17:07

Verrast enerzijds door deze bijzondere column en anderzijds door de hernieuwde wetenschap dat Taizé en frère Roger nog bestaan.

Welkom op CX.

Mien

p.s.
Af en toe een witregel gebruiken maakt de column prettiger leesbaar.

LouisP · 3 juni 2010 op 18:08

Kok,
welkom!
Bijzonder stukje..

” Ik zei ja en keek toe hoe hij de trappen opliep en de oudere man benaderde.”
zo’n zin dat leest niet zo fijn…vind ik..
groet,
Louis

sylvia1 · 4 juni 2010 op 20:38

Hallo Kok,
Ik vind het onderwerp dat je wilt beschrijven, het mentorschap, een levensles, mooi. Maar ik struikel ook hier en daar over je schrijfstijl, soms wat oudbollige, sjieke woorden, en wat aan de lange kant. Ben benieuwd naar je volgende column.

Kok · 5 juni 2010 op 00:44

Sylvia1, kun je me een beetje preciezer vertellen wat je een oubollig woord vind? Dat zou voor mij leerzaam kunnen zijn…

Kok · 5 juni 2010 op 00:45

Noted, Louis. En ik zal op de witregels letten, Mien.

Dank voor het reactie in elk geval…

Geef een reactie

Avatar plaatshouder