“Ik heb nog een laatste vraag. Wie hem goed beantwoordt gaat over naar de volgende klas. Ik geef jullie zeven dagen de tijd.”
Tientallen ongeduldige kinderogen zijn gespannen gericht op meester Marabout die hen streng aankijkt. “Waaruit bestaat het grootste deel van alle kennis op aarde.” Verbouwereerd laten ze hun blik naar de grond zakken. Maar zodra het neerdwarrelende stof in de smalle straten van het Malinese Djenné hun voetstappen bedekt, rennen ze het leven weer tegemoet. Alleen Bouba, een kleine wijsneus van amper tien jaar, dwaalt in gedachten verzonken door de stad, piekerend over een antwoord op die lastige vraag. Hij besluit de Koran er op na te slaan, maar waar hij ook zoekt, een antwoord vindt hij niet. Morgen zal hij iets anders proberen.

Het is laat in de middag als Bouba vermoeid door de straten slentert. Een warme gloed straalt door een openstaande deur naar buiten en streelt zijn gezicht. Binnen, in het halfduister, ziet hij de machtige gestalte van de smid. Zijn gekerfde gelaat wordt af en toe verlicht in het aanschijn van de flikkerende vlammen uit de roodverhitte oven. “Smid, vertel me, wat is het grootste deel van alle kennis?”
“Zie je dit vuur, en zie je deze grondstoffen?” vraagt de smid, “de kennis om aarde en vuur samen te smelten, dat is de belangrijkste kennis.” Blij met dit antwoord spoedt Bouba zich naar zijn meester maar teleurgesteld vanwege de foute oplossing keert hij naar huis terug.

Een nieuwe dag. De zon kruipt langs de contouren van de indrukwekkende, volledig uit leem opgetrokken moskee omhoog. Bouba staat te kijken hoe metselaars vakkundig de zompige klei uitstrijken over de metershoge muren zoals dat al van generatie op generatie wordt uitgevoerd. Bewonderend vraagt hij een metselaar naar de aard van de meeste kennis. “De kennis die overgaat van vader op zoon, jongen, dat is waar het om gaat.” Verheugd zoekt Bouba zijn meester, maar ook dit antwoord is niet het juiste.

De volgende dag gaat een visser op weg naar de nabij gelegen rivier de Niger, de enige levensader die Mali beschermt tegen de oprukkende Sahel. Bouba volgt hem tot aan de oever en stelt hem dezelfde vraag. Zodra de visser uitleg geeft van het samenspel van lucht en water moet hij denken aan het antwoord van de smid. Beteuterd loopt Bouba de hele weg terug. De zon brandt op zijn schouders en zijn voeten doen pijn op het hete stoffige zandpad waar geen einde aan lijkt te komen.

Weer een dag later ontmoet hij een groep jagers die de savanne intrekt om op groot wild te jagen. Misschien ligt daar wel het antwoord op zijn vraag, denkt Bouba, en hij voegt zich bij hen als ze geruisloos tussen het dorre gras door kruipen, alert op een plotseling opduikende prooi. Zodra de mannen zich, gezeten rond een houtvuur, tevreden en trots verlekkeren aan een welkome vangst ziet hij zijn kans schoon en stelt een van hen zijn vraag. “De kennis van de dieren is van levensbelang en is dus de grootste kennis.”
Bouba is ontnuchterd als hij bij thuiskomst van meester te horen krijgt dat ook dit antwoord niet is waar hij op doelt. Die nacht kan hij de slaap niet vatten, nog maar drie dagen resten hem om de levensvraag te beantwoorden. Turend door het open raam naar de flonkerende sterren verbeeldt hij zich een invuloefening, maar er verschijnen geen letters aan de hemel en zijn vurige hoop verdampt bij het opkomende rode schijnsel van de dageraad.

De vijfde dag ontmoet hij een blank echtpaar, de weg zoekend door een doolhof aan straatjes in de monumentale stad. Bouba biedt zich aan als gids en vertelt hen wat hij weet over de karakteristieke leem-architectuur van zijn stad. Die moet toch minstens wel duizend jaar oud zijn. De man leest in zijn reisgids mee. Als Bouba steeds gecorrigeerd wordt trekt hij zijn conclusie: De kennis uit het hoofd is groter dan die uit een boek. Maar ook deze stelling houdt geen stand bij zijn meester die er zelfs om moet lachen.

Als Bouba de volgende dag moedeloos over straat loopt passeert hij een meisje dat op een muur zit en hem plagerig een steentje toewerpt. Met twinkelende ogen zoekt ze de mistroostige blik van de jongen. Hand in hand wandelen ze de verre verten tegemoet. Als hij al zijn moed verzameld heeft vraagt hij haar of zij misschien weet wat de grootste kennis is. Giechelend buigt zij zich naar hem toe en geeft hem een kusje op zijn wang. Geschrokken zet Bouba het op een lopen maar tegelijkertijd realiseert hij zich dat dit wel eens het juiste antwoord zou kunnen zijn: de kennis van het hart.

Op de laatste, zevende dag brengt hij opgetogen een bezoek aan de moskee en vertelt aan de meester van zijn ontmoeting met het meisje en wat hij van haar heeft geleerd. Deze barst in lachen uit. “Je hebt iets moois geleerd, maar het is niet het goede antwoord.” Bouba is uit het veld geslagen en stamelt bedroefd dat hij bijna niets weet. Dan staat meester Marabout op en wenst hem geluk, Bouba is over want hij heeft het juiste antwoord gegeven. Het grootste deel van alle kennis is dat wat we eigenlijk nog niet weten.

[i][size=x-small][font=Verdana]Geïnspireerd door: [b][url=http://cgi.omroep.nl/cgi-bin/streams?/tv/nmo/kennisvoorhetleven/bb.20060129.asf]”Kennis voor het leven”[/url][/b] een Malinese volksvertelling verfilmd door Sander Francken[/font][/size][/i]


KawaSutra

Columnist (nou ja) van 2005 t/m 2012 Een voorzichtige comeback in 2017 Het leven, daar gaat het om!

15 reacties

arta · 10 mei 2007 op 11:14

Wat een prachtig verhaal, Kawa!
[quote]Maar zodra het neerdwarrelende stof in de smalle straten van het Malinese Djenné hun voetstappen bedekt, rennen ze het leven weer tegemoet.[/quote]
Mooi, hoe je in één zin de complete sfeer van het moment weergeeft.
🙂

Mup · 10 mei 2007 op 13:30

Inderdaad een mooi verhaal Kawa. Onderstaand voorbeeldje begrijp ik misschien niet helemaal goed, woonde Bouba bij zijn meester, is het vader en zoon? Niet dat het iets af doet aan je stuk.
[quote]Bouba is ontnuchterd als hij bij thuiskomst van meester te horen krijgt dat ook dit antwoord niet is waar hij op doelt.[/quote]

Groet Mup.

Mosje · 10 mei 2007 op 14:56

Kawa de verhalenverteller. Leuk.

Trukie · 10 mei 2007 op 18:05

Een mooi verhaal en een mooie film. En ook nog een mooi lied.
Eerlijkgezegd vraag ik me af hoeveel Kawa en hoeveel van de bovengenoemde uitvoeringen aan ons is gepresenteerd.
Toch had ik het niet willen missen.

pally · 10 mei 2007 op 18:37

een wijs sprookje, mooi verteld, Kawa

groet van Pally

Prlwytskovsky · 10 mei 2007 op 18:38

Qua schrijfsteil loopt het lekker.

WritersBlocq · 10 mei 2007 op 20:45

Mooi, zoals je mij toeschouwer maakt van elke ontmoeting van Bouba.
Schitterend geschreven, het spat ervan af dat je je verkneukeld hebt over je vondsten. Wees er trots op!
Groetje, Pauline.

pepe · 10 mei 2007 op 20:57

Prachtig geschreven!!
Steeds vaker verras jij mij met jouw geweldige mooie diepgaande columns.

groet van een ‘eeuwige leerling’

bert · 10 mei 2007 op 21:19

De sfeer en de boodschap komen heel goed over.
Erg leuk dat je weer een nieuwe insteek hebt gevonden voor deze nieuwe column.
Ik ben nu wel benieuwd geworden naar de verfilming.

Li · 11 mei 2007 op 00:52

Wat ben jij toch een veelzijdig schrijver Kawa.
Inleven is bijna jouw levenskunst.

Li

DriekOplopers · 11 mei 2007 op 11:27

Mooi gedaan. Erg mooi.

Hulde, Kawa!

KawaSutra · 11 mei 2007 op 16:40

Ongeveer een half jaar geleden zag ik de film op TV. Ik vond het zo’n mooi verhaal en zo prachtig verfilmd dat ik mij voornam dit volksverhaal uit Mali zelf ook door te vertellen. Op internet was de tekst nergens terug te vinden zodat ik besloot om het zelf op te schrijven, zo veel mogelijk in mijn eigen woorden.

Overigens een prima remedie tegen een schrijversblok en een goede oefening om je schrijven te verbeteren.

@Mup: Met thuiskomst bedoelde ik eigenlijk ‘op de weg naar huis’, een beetje verwarrend inderdaad.

Iedereen weer bedankt voor de leuke reacties.

Bij mensen zonder breedband kan het zijn dat de link niet werkt. Desgewenst heb ik nog een andere link.

schoevers · 11 mei 2007 op 21:28

Kawa, dit ‘slinger’ jij zomaar het internet op!
Ik heb de column ademloos gelezen. Heel mooi.
En ik weet nog zoveel niet.

Dees · 12 mei 2007 op 01:38

Dit is niets voor mij, het belerende. Maar ik vind het wel heel goed geschreven en ik ben het met je eens dat het een waanzinnig goede schrijfoefening is (die ik ga gebruiken). Dus, hoewel inhoudelijk not my cup of tea, well done 😉

SIMBA · 24 mei 2008 op 10:25

Hmmmm, die had ik vorig jaar dus gemist, vakantie waarschijnlijk. Maar een jaar na dato kan deze nog prima; blijft actueel en heerlijk om te lezen.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder