Ik heb hem een jaar of tien geleden gekocht. Lichtjes naar het raam gedraaid, heeft hij een mooi plekje gekregen in mijn nieuwe woning. Hij is van gevlochten riet en staat in een hoek van de woonkamer. Het is mijn leesstoel. Een paar weken geleden kwam een oude vriend op bezoek. Zomaar ineens, totaal onverwacht. – Altijd leuk om op die manier verrast te worden.- We keuvelden wat over vroeger, en hoe alles toch zoveel beter was. De maatschappij zus, de politiek zo, “en dan die jongelui van tegenwoordig!” Twee Grumpy old men bij elkaar. Ik stond even op om in de berging een biertje te halen en een zak chips te zoeken. Chips niet gevonden, bier gelukkig wel. Toen ik terugkwam, vertelde hij me dat hij nogal geschrokken was. Hij had plots mijn stoel hard horen kraken terwijl ik weg was – hij dacht even dat ik er nog zat, of dat iemand anders stiekem op de rieten stoel was gaan zitten. Ik herkende zijn ervaring en moest glimlachen. Het is me ook al vaak gebeurd. Als ik van de rieten stoel naar mijn bureaustoel verhuis, kraakt het droge riet van de stoel een minuut of vijf later soms nog even na. Telkens denk ik, net als mijn vriend, dat er iemand op de stoel is gaan zitten. Het stemt tot mijmeren. Over hoe iets dat er niet meer is, nog van zich laat horen, teken van leven geef.

Ik ben vandaag net een mooi boek aan het lezen. Het is eigenlijk geen boek maar een stripverhaal, van Will Eisner – ‘The Contract with God Trilogy’. Een voorbeeld van hoe een stripverhaal ook literatuur kan zijn. Eisner beschrijft de lotgevallen van de inwoners van een straat in New York – Dropsie Street, in de Bronx. Wat mij betreft een stukje authentieke twintigste-eeuwse geschiedenis. In een van de verhalen helpt een jood die al aan het begin van de eeuw uit Europa geëmigreerd is, een meisje waar hij verliefd op was om uit het Duitsland van Hitler te ontsnappen. Als hij na jaren de vrouw uiteindelijk in New York kan verwelkomen, beseft hij dat zij nog altijd de liefde van zijn leven is. Hij heft de handen ten hemel en vraagt zich af hoe hij dit aan zijn echtgenote van vele jaren, en aan zijn volwassen kinderen moet uitleggen: ‘How can I explain a might-have-been that might yet be?’ Hoe kan ik uitleggen dat iets dat ooit mogelijk is geweest, nu opnieuw mogelijk is? Een relatie die niet meer was, kwam weer tot leven.

Het is laat geworden. Ik lees nog een laatste bladzijde in mijn luie stoel. Naast me staat een half glas bier, en een bakje met nog een paar nootjes. -Vroeger zou dat een sigaartje of een sigaret geweest zijn.- Vlug even naar de computer om iets te googelen. Achter me hoor ik ineens de rieten stoel vervaarlijk kraken. Het blijft altijd even schrikken. Ik denk plots aan mijn vriend, en hoe het gekraak van de stoel hem had doen denken dat ik er in zat, terwijl ik in de berging stond. Ik zit hier alleen maar via het gekraak van de stoel, laat mijn vriend weer even van zich horen. Ik kan het niet laten om weer even te glimlachen bij die gedachte.
Er zit leven in mijn luie stoel.


Grumpy-old

"wie ben ik nu eigenlijk" Ben ik mijn baan, ben ik deze auto , ben ik dit huis , ben ik deze blog . Of is er meer aan mij. Iets wat mij anders maakt dan al die anderen, bijzonder. ( want iedereen wil toch bijzonder zijn) Het gaat eigenlijk niet eens om het antwoord op deze vraag . Het gaat er alleen om dat je de vraag af en toe eens stelt. Alleen het stellen van die vraag heeft de potentie de rotsvaste aanname dat de wereld is zoals hij is, met alles erop en eraan, in twijfel te trekken. Het is een aanrader om het antwoord niet met mijn persoonlijkheid te gaan zoeken of intelectueel te gaan benaderen . Dus stel je open voor een antwoord in welke vorm dan ook. Dat hoeft toch geen keurig netjes antwoord te zijn in de vorm van een stukje tekst op mijn blog? Het kan ook een beeld zijn dat je vormt na een gesprek, een situatie die zich voordoet. Stukjes van een puzzel, die na verloop van tijd een steeds duidelijker wordend beeld van " ikke" zullen vormen. Er zijn meer van dit soort vragen die hetzelfde effect teweegbrengen , zoals " waarom ben ik hier" of "wat doe ik hier" Daarvoor geld eigenlijk hetzelfde, het stellen van de vraag is belangrijker dan de vraag zelf, of het antwoord daarop. Met andere woorden: vraag me wie ik ben en ik zal je vertellen wat ik doe . Leer mij kennen en je zult weten wie ik ben .

10 reacties

lagarto · 26 januari 2008 op 17:21

Op zich wel mooi geschreven, maar mij ontgaat het verband van het verhaal over de jood in Amerika met de rest van je verhaal over de rieten stoel.
Groeten lagarto

SIMBA · 26 januari 2008 op 19:34

Af en toe met een plantenspuit een beetje vochtig maken en je hebt geen geest-zitters meer 😀

WritersBlocq · 26 januari 2008 op 21:26

Leuke overpeinzing.

Grumpy-old · 27 januari 2008 op 00:32

@ Lagarto volg de rode draad ; ‘Het leven’ zowel in de stoel als de relatie die weer tot leven kwam. Bovendien las ik het boek in mijn stoel 🙂

Mosje · 27 januari 2008 op 10:34

Hoewel ik niet een erg groot liefhebber ben van overpeinzingen, kan ik deze zeer wel waarderen. Sfeervol.

KawaSutra · 27 januari 2008 op 13:07

De rode draad had je misschien wat beter kunnen accentueren. Toch een heel leuk stukje, een overpeinzing die tot overpeinzen leidt.
Enne, ’teken van leven geef’ plus ’t’.

lagarto · 27 januari 2008 op 13:19

Okeej, de vraagt blijft, ligt het nu aan de lezer, die in dit geval zilverblont is, of aan de schrijver. Dat de draad niet erg rood leek.
Groeten Lagarto

Errez · 27 januari 2008 op 17:30

Een beetje dubbel gevoel… ik vind het een prettige sfeer die je creeert met je verhaal, en het verhaal leest gemakkelijk weg. Maar het is idd iets te beschrijvend, de zijwegen zijn iets te irrelevant (de boekbeschrijving). Had je iets anders kunnen doen en dan was het een stuk beter geweest denk ik..

Trukie · 27 januari 2008 op 21:11

Je schrijft lekker voor de vuist weg met een vlotte pen. Ik laat me gewoon meevoeren met wat ter tafel komt. Ik laat de rode draad maar los. Die is hier in huis ook wel eens zoek. Al associerend spring ik dan van de hak op de tak.

Anne · 28 januari 2008 op 11:47

Het is al gezegd, die rode draad. Dat een rieten stoel nakraakt is een fantastisch gegeven, iets dat je goed gebruikt hebt. Maar de boekbeschrijving, dat wil zeggen de wijze waarop, maakt het verband niet goed duidelijk. Veel zinnen hadden kunnen worden geschrapt (bv dat het twintigste eeuwse geschiedenis is doet niet ter zake,en eigenlijk ook niet hoe het boek heet en wie de schrijver is. Wil je die informatie toch geven dan kan dat onder de column, in een reaktie) en verder is de beknopte door jou vertelde verhaallijn verwarrend, ook geen goede zet. In die alinea had je kunnen uitpakken, je concentrerend op dat verband met je stoel ervaring. Nogmaals, kwestie van concentratie.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder