Dat ik haar kende, kan ik niet op mijn conto schrijven. Ik kende haar van de Story bij oma, van de lp’s van mijn moeder, van de liedjes die mijn moeder vol overgave met neusklank meezong. De klank waar wij haar vervolgens al parodiërend mee plaagden.
Maar dat betekent toch nog steeds dat ik mijn hand niet omdraai voor de volledige tekst van ‘daar bij de rode lantaarn aan de haven’
‘Onder de rode lantaarn aan de haven
Zong zacht de wind voor ons een afscheidslied
Toen wij elkander zo velen kussen gaven
Dat ogenblik, mijn schat vergeet ik niet…’ Zelfs de neusklank komt zonder enige moeite naar boven.

Wat een vrouw, wat een heldin. In de jaren zeventig kwam zij al op voor de homofiele medemens, hels vanwege de fascistische praktijken van een Amerikaans onmens:
Zeg, luister Anita
Jij, de vrouw zonder weerga
Ik vraag je: heb jij soms een kind
Misschien dat na jaren
Jij zelf zult ervaren
Dat de liefde hem bindt aan een vrind
‘K sta er niet van te kijken
Als hij jou zal verg’lijken
Met die Hitler uit dat Duitse land
Hij vervolgde de Joden
Deed niets dan hen doden
Dus bekeer je, Anita
Geef de homo’s de hand

Daar kan menigeen qua verdraagzaamheid en/of activisme een putje aan zuigen.

De it-er van een van mijn laatste werkgevers kende haar persoonlijk. Daar kwam ik pas achter doordat oud Privé coryfee Ben Holthuis hem in een biografie door het slijk haalde. Een mailtje zijn kant op en wat bleek, hij had er zijn handen vol aan, advocaten en al, om zijn naam te zuiveren.

Nu kende ik hem als zo’n beetje de meest zachtaardige en trouwe man die ik in mijn carriere ontmoette ( en die is nogal divers en grillig), dus ik wist eigenlijk zeker dat wat er ook was gebeurd, dit van zijn kant nooit ter kwader trouw kon zijn geweest. Maar waarom wist ik niet eerder dat hij haar persoonlijk had gekend? Ik had alles willen weten dat niet in de Story van mijn oma en op de lp’s van mijn moeder te horen was geweest.

Wat rest is mijn wat dat betreft onverwoestbare geheugen!
‘Ik denk aan jou, lieve jongen bij dag en bij nacht
Droom van het grote geluk dat ons samen eens wacht
Onder de rode lantaarn aan de haven
Wacht ik op jou als jij eens wederkeert
Daar zien we elkander weer

Ik denk aan jou, lieve jongen bij dag en bij nacht
Droom van het grote geluk dat ons samen eens wacht
Onder de rode lantaarn aan de haven
Wacht ik op jou als jij eens wederkeert
Daar zien we elkander weer’


7 reacties

Avalanche · 13 november 2010 op 10:32

Volgens Google gaat deze column over de ZZN. Van wie dit stukje is? Ik gok… Kok?

arta · 13 november 2010 op 10:47

Tja, de artiest en het liedje zijn mij duidelijk. Ze was (vaak tot mijn spijt) mijn vaders favoriet.
Luister Anita van ZZN.
De schrijver… Poeh, moeilijk… Ik ga voor Schorpioen.

Mien · 13 november 2010 op 10:59

Ode aan Maria Servaes-Bey van Sylvia1.
Maria is een grote heldin van mij en onlangs nog onder de aandacht gebracht in een aantal afleveringen van Man bijt hond, met een inkijk in het huismuseum van een trouwe fan.

MMN (Mien met naam)

Edit: Ik bedoelde dus ook Anti.

pally · 13 november 2010 op 11:16

Ja, Mary Servaes, met neusklank, maar de schrijver van deze column: pff…. Anti?

groet van Pally

LouisP · 13 november 2010 op 11:35

“Dat ik haar kende, kan ik niet op mijn conto schrijven”
Een negatieve kwoot, voor de rest vind ik hem mooi..

Mooie titel trouwens….Kwiezel

L.

Schorpioen · 13 november 2010 op 14:11

Noop. Ik kom qua tijd van schrijven niet verder meer dan een eenregelig commentaartje her en der.
Dit is Anti.
Die schat ik wel in voor een grillige carrière, zei schorpioen die al >20 jaar op hetzelfde arbeidscontractje voorthobbelt.

lisa-marie · 14 november 2010 op 23:28

ik had eerst echt geen idee wie het was maar heb al gelezen dat jij het was Anti, goed gedaan !

Geef een reactie

Avatar plaatshouder