Hoe was je weekendwip? (Deel 14)

Wat is ze toch stom geweest. Ze kan zich nu wel voor haar kop slaan. Waarom had ze Michael vertrouwd? Na alles wat ze al had meegemaakt. Maar op een of andere manier had ze gedacht dat hij anders zou zijn. Niet zoals die andere mannen die met geile blikken naar haar keken. Michael vond haar mooi, dat had ze alle keren dat ze hem ontmoet had in zijn blik kunnen lezen, maar niet op een vulgaire manier. Ze zucht. En draait zich op haar andere zij. Ze kan de slaap maar niet vatten. Wat moet ze nu doen? Hoe nu verder? De zaak met rust laten? Maar ze stikt van de wraakgevoelens. En waarom zou zij altijd degene moeten zijn die moet boeten? Nee, dit keer mogen er koppen rollen. Ze gaat rechtop zitten om haar plan te overdenken.

De zakkenvullers van de NS

Even met de Tweede Kamer gebeld: “Goedemorgen, Oplopers hier, de geachte afgevaardigde Snijder in de buurt?” De vriendelijke medewerker van het VVD-fractiesecretariaat verbond mij vlotjes door met de parlementariër, die mij vriendelijk vroeg, wat ze voor me kon betekenen. Dus ik stak van wal: “Mag ik je van harte feliciteren? Je hebt de politie overbodig gemaakt, net als de rechtbanken het gehele Ministerie van Justitie. Minister Opstelten kan naar huis en het strafwetboek in de papierversnipperaar.”

Ik wil de wereld..

Ik wilde altijd al geweldig zijn. Ik wilde verbijstering brengen en ontroering. Ik wilde dat mensen me zagen als ik voorbij liep en me nakeken als ik voorbij was. Ik wilde bemind worden en begeerd zijn. Ik wilde alles, ik wilde de wereld.

Duplo Harrie

Die Harrie leek verdomde veel op mij. Grijze baard, jute jurk, spitse kin. Hij sprak zelfs met dezelfde stem. Raakhout zag ik nu ook zijn wenkbrauwen fronsen. Zijn Weronika leek ook als twee druppels water. Ook hij werd helemaal gek van het stereogedrag van zijn evenbeeld. Raakhout sprong alle kanten uit. Maar waar hij ook naar toe sprong, zijn evenbeeld kleefde steeds weer aan. Harrie zag mij kijken en tikte mij nu op de schouder. Mijn verbazing was hem niet onopgemerkt gebleven. Hij keek mij doordringend aan en zei: Dat is wel effe schrikken hè? Zo’n tweede Harrie? Gris mich nich!