Er was eens een dolgekke meid genaamd Fien. Ze is vijftien en woont in een klein huisje samen met haar vader. Haar moeder heeft ze niet echt gekend. Ze mist soms een volwassen vrouw in de familie. Haar vader, Brecht, is een echte kluns wat carrière betreft. Alles wat een klassieke man hoort te zitten is voor hem een ramp. Het huishouden daarentegen is voor hem een makkie, er zijn geen geheimen voor hem. Fien moet dus maar de man in huis zijn, wat het werk betreft. Fien trekt met haar vrienden de stad in. Daar ontdekt ze hoe iedereen vertelt over hun ouders. Over alle slechte en goede dingen. Ze mist iets in haar leven…dat vrouwelijke gezelschap in huis, die liefde en warmte van een tweede ouder…Haar vader komt wel regelmatig naar huis met een vrouw, maar nooit houd ze het langer dan een week uit, ofwel zij niet ofwel haar vader niet.

Brecht heeft ook volledig geen goede smaak. Aan elke vrouw valt wel iets op aan te merken. De ene heeft een neurotische tik, de andere heeft zeer vreemde gewoontes. Fien spreekt met haar vader af dat zij de volgende vrouw mag kiezen. Voor haar kerstcadeau. Ach wat maakt het uit? Haar vader gaat akkoord.

Fien trekt naar de plaats waar ze de meeste volwassen vrouwen kan vinden…de pedicure!

Ze schuimt de druk bezeten plekjes af. Ze vind niet echt haar goesting. De ene is te vrouwelijk en de andere te mannelijk. Het zit er vol met uitersten. Om zich toch een beetje beter te kunnen inwerken neemt ze zich voor om zich in hun plaats te zetten. Fien gaat voor de eerste keer in haar leven naar de pedicure, en dat nog wel om een vrouw te zoeken!

Hopeloos rekent Fien af. Ze heeft er wel een hele namiddag gezeten. Fien rekent af aan de kassa. De vrouw ziet haar triestige blik in haar ogen en probeert haar wat op te fleuren door een magere babbel:”Alles in orde meisje?” Fien kijkt omhoog en ziet de dame staan. Ze ziet haar vloeiend bewegen, sierlijk en toch zinvol. “Het leven zit vol vrouwen!” Zegt Fien uiteindelijk. De vrouw kijkt haar vreemd aan en zegt dat er maar drie soorten mensen bestaat. “Vrouwen, mannen en ik?” Zegt Fien radeloos. De vrouw zegt met een glimlach:”Nee, mensen die kunnen tellen en mensen die niet kunnen tellen.”

Fien bekijkt de vrouw nog een laatste keer en gaat naar buiten. Ze zoekt naar een oplossing die ze maar niet kan vinden. Als ze die vrouwelijke gezelligheid mist moet ze ervoor zorgen dat ze er een exemplaar kan uitvinden dat zij ziet zitten en in het speciaal haar vader, als zij dan nog eens overeen komt met haar en haar vader is het perfect!

Als ze de hoek om is zit ze nog altijd met die dame achter de kassa in haar hoofd. Als ze haar nu eens zo ver zou krijgen… Ze draait zich snel om en haast zich terug naar de winkel. Ze komt helaas net te laat…ze is net afgelost door een veel slechter exemplaar. Wanneer ze informatie krijgt ontdekt ze alleen haar naam. Femke. De rest krijgt ze niet. Hopeloos gaat ze terug naar buiten.

Fien gaat weer de hoek om en ziet de dame net een appartement binnen wandelen. Zeker dat van haar, denkt Fien. Ze gaat haar achterna en ontdekt haar appartement. Ze gaat weer naar buiten en zorgt dat ze pen en papier heeft, ze probeert haar te verleiden onder de naam van haar vader Brecht…Ze vreest of de dame op haar uitnodiging niet zal ingaan, welk eerbaar meisje zou zoiets doen? Toch houdt ze het simpel en niets betekenend.

Een week later hoort Fien niets meer van de vrouw. Maar haar vader begint zijn kuren te krijgen. Hij zit drie keer meer op computer dan voordien. Ze besteedt er geen aandacht aan en gaat gewoon de deur uit, want de school begint!

Wanneer Fien terug thuis komt hoort ze plots twee verschillende stemmen in de andere kamer, Brecht en een vrouwenstem. Als ze binnen komt herkent ze de vrouw, het is de vrouw achter de kassa! “Hallo daar, ik ben Femke.” Zegt de dame. Fien heeft wel haar vragen. Hoe komt het dat ze niet antwoordde en nu plots voor haar neus staat?

De hele avond lang zitten Femke, Brecht en Fien aan tafel. Ze lachen en brengen zo de hele avond door.

Weken gaan voorbij en Femke houdt het blijkbaar lang uit bij haar vader. Fien is dolgelukkig! Zie je nu wel dat Fien een betere smaak heeft…Maar het is niet enkel de zon die schijnt, ook al straalt haar vader nu, er is een tijd aangebroken van een serieus gesprek…

“Hoe komt het dat jij nu plots voor mijn neus staat en eerst een week niets van je laat horen?” Vraagt Fien een beetje onbegrijpelijk. “Ik heb een hele week, met haar gemaild en gechat.” Zegt haar vader uitleggend. “Hoe komt ze dan aan jouw adres?” Gaat Fien verder. “Ik had zijn adres al van vroeger…” Vertelt Femke. Maar ook nu begrijpt Fien er niets van. Zou Femke een oude vriendin zijn? Die zij er nu puur toeval heeft uitgepikt?

Nu gaat het komen, vreest Fien. “Femke is je moeder…” Zegt Brecht voorzichtig. Fien begrijpt er helaal niets van. Ze vind het eerst ongeloofwaardig. Maar achteraf moet ze het wel geloven. Ze herkent Femke van oude babyfoto’s. Nu is alleen nog de vraag…Hoe komt het dat ze hier staat? Haar vader zei altijd dat ze dood was? Haar ouders laten het momenteel hierbij.

Fien moet even gaan zitten. Femke vertrekt in stilte terwijl Brecht even wil polsen bij hun dochter:”Jij hebt goed gekozen…” Zegt hij. Fien kijkt hem vreemd aan en zegt:“Er zijn miljoenen vrouwen en ik moet er juist dat exemplaar uitpikken?” Brecht begint te lachen en begint zijn geschiedenis:”Femke had een carrière voor zich liggen. En trouwens, jij was helemaal niet gepland. Als vrienden waren we grandioos…maar als koppel…liep het een beetje mis. Daarom lieten we het gewoon zo, maar we hadden niet op jou gerekend. Je was een beetje onverwacht, maar zeker niet ongewenst. Omdat we het nooit over ons hart zouden krijgen een klein hulpeloos wezentje te ‘vermoorden’ besloten we je toch maar te houden, helaas is Femke weg geroepen op tocht in het buitenland. De laatste berichten die ik te horen kreeg was dat ze dood was. Ze heeft me ook nooit meer opgezocht, ging het om een fout, of was het met opzet? Ik weet het niet…” Fien heeft aandachtig geluisterd, maar toch vind ze het vreselijk toevallig dat ze haar dan nu toch tegen het lijf is gelopen…

Iedereen gaat slapen en laat het gênante fenomeen even rusten. De volgende morgen zit ze aan de ontbijttafel met Brecht. Daar stelt ze een vraag die te verwachten was, maar waar Brecht noch Femke een antwoordt op weten:”En hoe moet het nu verder?” Er heerst een akelige stilte…

Fien vindt dat er niet echt schot in de zaak komt. Ze heeft een vrouw uitgekozen voor haar vader…en die heeft ze gevonden, kost wat kost probeert ze hen terug te koppelen, maar geen van beide ziet het zitten. Het zijn echt twee koppige personen. De ene wil niet omdat de andere niet terug schreef en de andere wil dan weer niet omdat de andere hem niet opzocht. Nu weet ze waarvan ze die koppigheid heeft…

Eindelijk is het weekend. Fien nodigt Femke uit voor diner, zij kookt! Die speciale gebeurtenis wil Femke voor geen geld missen. Fien heeft de tafel gedekt met kaarsjes en alles wat bij een romantisch diner hoort. Femke noch Brecht weten echt wat te zeggen. Ze zwijgen als vermoord. Het is immers ook al zo lang geleden dat ze elkaar nog deftig gesproken hebben.

Fien zit volop te klungelen in de keuken. Op dat gebied is ze een tegenpool tegenover haar vader. Dat zal ze zeker van haar moeder geërfd hebben…Het vuur staat nog maar net op wanneer er een vlammetje opduikt. Fien probeert het te doven maar tevergeefs….

In de eetkamer is er ondertussen toch een gesprek begonnen, en wat voor één:”Waarom liet je niets weten?” Vraagt Brecht. “Jij reageerde toch ook niet meer.” Antwoordt Femke al snel. “Omdat er in de krant stond dat je verongelukt was, drie Belgen, en in jouw brieven stond dat jullie maar met twee waren.” Verdedigd Brecht zich. “Diezelfde week kregen we versterking door vier Belgen en nog een paar buitenlanders.” Gaat Femke verder. “En daarom reageerde je plots niet meer?” Zegt Brecht een beetje kwaad.

In de keuken gaat het er anders aan toe. Een paar brandbare voorwerpen zullen nooit meer worden gebruikt, merkt Fien op. Ze neemt een doek om op het vuur te leggen, ze had ooit ergens gelezen dat een vochtige doek beter is, ze doorzoekt de kast maar vind geen vochtige doek:”Waarom hebben wij geen vochtige doeken in huis?” Zegt Fien paniekerig.

In de woonkamer ontstaat ondertussen een kleine ruzie, maar ze praten ondertussen toch al weer. Brecht verwijt Femke dat ze niet meer reageerde. Femke doet net hetzelfde. De ruzie is niet bepaald gezond. Fien komt de woonkamer doodserieus binnen en zegt:”Er is daar binnen iets aan het roken…” Brecht rent naar binnen en maakt een doek nat, die smijt hij op het vuur. Als hij terug in de woonkamer komt is Femke verdwenen…

Brecht zet zich neer en zegt tegen Fien:”Nu mag ik toch terug een vrouw uitkiezen.” Fien kijkt hem betreurd aan en zegt:”Neen, mijn moeder verdient een kans.” “Die vrouw deed alsof ze dood was, ze reageerde niet meer op mij, ze liet jou in de steek, zo iemand verdient geen kans.” Brecht loopt de kamer uit.

De volgende dag brengt Fien een bezoekje aan haar moeder. Hopelijk is Femke niet kwaad op haar… Fien en Femke raken aan de babbel. Fien probeert uit te zoeken waarom ze achteraf niet meer reageerde:”Dus jij bleef toch voortdurend brieven schrijven?” Femke had al verwacht dat ze die richting zou ingaan. “Brecht antwoordde niet meer na een tijd. Ergens vlak na dat ongeval.”Fien kijkt bedenkelijk en zegt:”En dat is veertien jaar geleden?” Femke stemt in. “Iets daarna ben ik terug gekeerd. Omdat je vader geen teken van leven meer gaf heb ik het maar laten schieten, ook al wou ik jou ooit nog eens tegen komen.”

Fien trekt naar huis. Het is tijd om Brecht te ondervragen:”Waarom schreef jij niet meer?” “Omdat ze dood was natuurlijk!” Fien denkt aan het kleine detail dat ze over het hoofd had gezien, maar aan geen van beide wil ze het momenteel kwijt. Ze probeert een laatste poging om de twee met elkaar te laten praten…

Dit keer is het niet al romantiek wat de klok slaat, eerder een soort rechtzaak. Een schaars geklede tafel met aan de twee uiteinden Brecht en Femke, met Fien in het midden. Ze begint haar pleidooi:”Pa schreef…Ma schreef…Plots stoppen ze beidde, de ene omdat de andere dood was en de andere omdat de andere niet meer reageerde…Waar zit de fout?” ”Ik bleef maar brieven sturen, maar het was jij die niet terug schreef…”Zegt Femke. “Ik bleef jou ook schrijven, ergens hoopte ik dat jij het niet was.” Gaat Brecht verder.

Femke staat recht en zegt een beetje kwaad:”Dat was omdat ik al terug op weg was naar huis, ik ben je achteraf nog komen opzoeken, maar het huis stond leeg.”Dan is het plots stil…Na een akelige stilte zegt Brecht verlegen:”Ik was vlak na mijn laatste brief net verhuist…ik ben je het adres vergeten door te geven…”

Fien verlaat de kamer en gaat uit. Haar ouders blijven achter. “Echt sorry…waarschijnlijk rats vergeten.” Zegt Brecht doodverlegen. “Ik had misschien ook wat meer moeite moeten doen.” Zegt Femke ook een beetje bezorgd.

Fien komt rond middernacht terug thuis. Ze had er een goed oog in. Maar misschien blijft het daarbij. Ze komt thuis en niemand valt er te vinden. Toch geen mensen die er niet thuis horen.

Een paar dagen later is het nieuwjaar. Dat viert ze meestal met een fuif bij haar vrienden. Net zoals dit jaar! Haar vader staat er hevig op, hij doet haar weg, hij geeft haar extra zakgeld, hij vraagt of ze niets nodig heeft…kortom, ze kan niet snel genoeg buiten zijn!

Fien laat zich volledig gaan. Het is al vier uur als ze naar huis komt, ze is van mening dat diegene die langer blijven de echte zijn, en overdreven. Wanneer ze binnen komt ziet ze een vreemde jas aan de kapstok. Ze vindt het raar want haar pa trekt ook meestal op met zijn vrienden uit zijn stamcafé, hij zal een kennis meegenomen hebben zeker.

Ze trekt zich er niets van aan maar wil toch eerst even haar keel smeren. Ze gaat naar de keuken en hoort stemmen in de woonkamer. Voor haar het perfecte moment om te ontdekken wie er binnen is. Ze stapt doodleuk binnen en ziet twee mensen zeer knusjes in de zetel. Fien maakt dat ze buiten is. Brecht heeft haar opgemerkt en volgt haar.

Fien krijgt haar bedenkingen over haar vader:”Mijn pa gaat naar zijn stamcafé, waar in jaren geen vrouwen zijn binnen geweest, mijn pa komt thuis en heeft een vriend mee gebracht, en dan tref ik hen knusjes in de zetel?” “Ik ga naar het stamcafé, ik geraak er niet omdat ik een oude bekende tref.” Verbeterdt Brecht haar. “We raken aan de babbel en nodig haar uit bij mij thuis.” Gaat hij verder. “Haar?” Zegt Fien opgelucht.

Fien denkt wel dat haar vader zijn plan zal trekken en gaat naar boven. Wanneer ze uit het zicht verdwenen is komt de vrouw de woonkamer uit. “Waarom zeg je het haar niet?” Zegt ze. Brecht neemt haar vast en zegt:”Ze is wel slim genoeg om er opuit te komen, die meid van ons…”


8 reacties

Li · 16 januari 2005 op 18:02

Een beetje onwezenlijk allemaal.:-o
Toevallig zit er tussen een column en kort verhaal(?)een wezenlijk verschil…

melady · 16 januari 2005 op 18:21

[quote]De schrijver levert tekst maar een artistiek werkstuk wordt het pas door het talent van de lezer[/quote]

(staat bij je profiel)…
dit is me een tekst!
Een grappig item, ik moest het wel uitlezen, maar het verhaal is te langdradig, mist vaart en storende grammaticale fouten.

Melady:-)

Mosje · 16 januari 2005 op 20:09

Pff, ik moest me er doorheen worstelen, door dit verhaal. Het gaat maar door en het gaat maar door. Ik denk dat je precies hetzelfde had kunnen vertellen in veel minder woorden.
Maar een dappere poging! Ga je meer publiceren hier?

Dinah · 16 januari 2005 op 22:10

Een mooi verhaal maar inderdaad wel heel lang.

Kees Schilder · 17 januari 2005 op 08:31

Je had het ook in vieren kunnen insturen

Ma3anne · 17 januari 2005 op 09:20

Sorry, ik heb mijn best gedaan me door dit verhaal te worstelen, maar ben struikelend afgehaakt.

De volgende keer wellicht je verhaal een paar keer overlezen en wegstrepen wat overbodig is?

Dees · 17 januari 2005 op 18:23

Renate Dorrestein meets [i]Sleepless in Seattle[/i], maar dan anders?

Er zit zeker iets in dit verhaal, maar de lengte en toch ook de grammaticale- en spelfouten maken het mij als lezer niet gemakkelijk. Maar nogmaals, er zit wel een mooie kern in! Flink schaven en eens opsturen als verhaal naar een verhalensite? Of een verhalenwedstrijd?

Het is maar een idee. Succes verder!

Dees

Mar · 20 januari 2005 op 11:51

Heb niet verder gelezen dan 2 alinea’s.
Vind ‘m persoonlijk veel te lang.

Mar

Geef een reactie

Avatar plaatshouder