Haar hoge hakken maakten een hels kabaal op de stenen vloer toen ze de ruimte binnenkwam. Het geluid weerkaatste tegen de kale betonnen muren en het plafond, alsof er een mitrailleursalvo werd afgeschoten. Mijn hemel, ze schrok er zelf ook van. Als in één beweging waren 10 paar ogen op haar gericht, ze meende verbijstering in hun ogen te zien. Normaliter genoot zij ervan om een verpletterende indruk te maken, dit was de eerste keer dat ze het liefst rechtsomkeert had gemaakt. In een flits zag ze zichzelf gereflecteerd in het glas van de deur aan de andere zijde van de ruimte. Haar rode lippen, het zwarte truitje boven het korte strakke rokje. Toen ze ging zitten besefte ze dat het aannemen van een verleidelijke pose, onder normale omstandigheden haar handelsmerk, hier niet echt gepast was. Ze voelde het bloed naar haar toch al rode wangen stijgen en ze voelde zelfs zweetdruppels op haar bovenlip.

De vrouwen in het gezelschap keken haar ronduit vijandig aan en zelfs de aanwezige mannen leken het niet goed te keuren. Ze concentreerde zich op de energie in haar handen, dat zou haar bloeddruk wel iets doen dalen. Ze ging zitten en keek de aanwezigen één voor één strak aan, de aanval was de beste verdediging, zij zou haar ogen niet als eerste neerslaan. Ze vermeden het nu in ieder geval om haar kant op te kijken.

Wat was er in haar hoofd omgegaan toen ze vanmorgen voor de spiegel zat om zich op te tutten. Ze was duidelijk niet van plan geweest om de jonge arts, Bob van Hoop te verleiden. In een andere situatie was het niet ondenkbaar geweest, nu had ze echter andere dingen aan haar hoofd. Ze wilde het lot niet accepteren en had haar lippen nog feller aangezet als anders, de blushkwast wellicht iets te enthousiast gehanteerd om haar bleke wangen te verbergen. Waarom had ze geen broekpak aangetrokken met platte schoenen? Misschien als een soort bezwering tegen het kwaad.

Ze wilde haar tranen de vrije loop laten. Bij nader inzien toch geen goed idee, ze zouden het niet begrijpen en daarna zou haar gezicht een puinhoop zijn. Ze moest het volhouden tot ze aan de beurt was, ze wilde geen medelijden.

´Melanie, kom binnen´, eindelijk was ze aan de beurt. Het leek of ze hier de hele dag al had gezeten, ze moest moeite doen om nog fatsoenlijk te lopen, ze was totaal uitgeput. Toen Bob een hand op haar schouder legde en vroeg of ze alles rond de begrafenis had geregeld, kon ze haar tranen niet meer tegenhouden, ze stroomden vrijelijk over haar wangen, rare strepen op haar gezicht achterlatend.

Na een paar minuten vroeg ze met nog natrillende stem: ´Heb ik echt nog maar drie maanden? Het is zo kort, ik ben nog niet klaar met leven…´. Ze wankelde en zakte inelkaar… Vlak voordat ze haar bewustzijn verloor en haar hoofd de vloer raakte, hoopte ze dat dit het einde zou zijn. Geen verder uitstel van executie.

Categorieën: Fictie

4 reacties

Prlwytskovsky · 14 november 2009 op 23:11

Melanie? Bob? Bij ons is het nog steeds mevrouw en mijnheer.
Maar wat een zielig einde zeg. Goed beschreven.

KawaSutra · 15 november 2009 op 01:50

Goed verhaal, de plot niet te snel weggegeven. De laatste alinea misschien wat te dramatisch maar wel passend bij titel en thema. Dit tien keer liever dan de gemiddelde soap op televisie. 😉

Fem · 15 november 2009 op 09:28

Het contrast tussen de hoge hakken en het lot van de hoofdrolspeelster maakt het einde mooi en dramatisch. Erg goed neergezet!

Kathinka · 18 november 2009 op 11:23

Bedankt voor het lezen en voor jullie complimenten.

Mijn huisarts noemt mij gewoon bij de voornaam hoor! Gelukkig!
En velen noemen hem ook bij de voornaam. Het bestaat! 🙂

Groetjes Kathinka.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder