Langzaam kwam de trein tot stilstand op een plaats waar dat niet gebruikelijk is. Meestal een slecht voorteken. Vrijwel onmiddellijk begon een man enige zitplaatsen verderop luidkeels zijn ongenoegen kenbaar te maken. De felheid waarmee hij zijn woorden uitsprak en de kreet “geld terug!” zeiden genoeg over zijn humeur. Een stem uit de luidsprekers deelde mee dat de trein stilstond (dat hadden we nog niet door) en men aan het uitzoeken was wat er mis was. De man van een paar bankjes verderop stond op en beende luid foeterend richting cabine. In beide handen een droeg hij een volle boodschappentas.

Deskundigen lijken er altijd voldoende aanwezig te zijn bij zo’n oponthoud. Ook nu was hij er weer: de man die alles van vertragingen wist en daar zijn medereizigers graag van op de hoogte bracht. We moesten aanhoren hoe lang en vaak hij al vast had gezeten met de trein. Hij wist het zeker: het zou nog wel even gaan duren. De stem liet ons ondertussen weten dat de trein “zo dood als een pier was” we zouden op de hoogte gehouden worden. Een stukje verderop hoorden we de boodschappenman luidkeels tekeer gaan. Een rustige stem probeerde wat tegengas te geven, maar de man klonk alleen maar bozer.

We stonden inmiddels 20 minuten stil en de immer aanwezig roker zat ook in mijn trein. Zeurend onderzocht ze hardop de mogelijkheden om in deze situatie een sigaret te kunnen roken. “Als ze de deuren nu eens open zouden doen”. De stem vertelde dat er kortsluiting was geweest en dat deze trein het niet meer zou doen. We moesten wachten op een reservelocomotief. De boodschappenman leek haast te ontploffen zo ging hij tekeer.

Ik keek naar mijn reisgenote, dit was niet goed voor haar rug. Het ging wel zei ze, maar haar ingehouden pijngrimas vertelde iets anders. De conducteur riep om dat de deuren even open zouden gaan om wat frisse lucht binnen te laten. “gelieve niet uit te stappen”. De boodschappenman dacht daar gezien zijn verder toenemend volume blijkbaar anders over.

Het meisje tegenover me belde voor de zoveelste keer met haar vriendje. “Nee het duurt nog wel even, we moeten wachten op een reservetrein”. De conducteur kwam voorbij. Een vreemde lach op zijn gezicht. De boodschappenman hield zich rustig.

“Dames en heren de reservelocomotief is gearriveerd”, klonk het een tijdje later uit de speakers Er werd geapplaudisseerd. Al met al viel het nog mee. Een uurtje later dan gepland arriveerden we op onze bestemming.

Enige weken later stond er kort berichtje in de krant.

[i]“Medewerkers van Prorail hebben gisteren in de spoorberm nabij het vliegveld het aan een boom vastgebonden lichaam gevonden van verwilderd uitziende onbekende man. Naast hem stonden twee volle boodschappentassen uit zijn zak stak een grote stapel NS-tegoedbonnen”.[/i]

Categorieën: Verhalen

4 reacties

LouisP · 14 juli 2011 op 21:22

Zeurend onderzocht ze hardop de mogelijkheden om in deze situatie een sigaret te kunnen roken. “Als ze de deuren nu eens open zouden doen”.

Is wel een grappige zin, vind ik.
Ook die verschillende tiepetjes zoals de boodschappenman zijn wel goed verzonnen…

Mien · 15 juli 2011 op 08:04

Sfeer goed neergezet. Droge humor.
Ik lag na het einde helemaal in een deuk.

Mien

BKVDM · 17 juli 2011 op 10:29

Het mooie is dat het geen verzonnen typetjes zijn. Het is een beschrijving van iets wat ik onlangs meegemaakt heb. Uiteraard iets uitvergroot, maar ze zaten allemaal in die trein. Alleen het berichtje in de krant is natuurlijk fictie.

BKVDM · 17 juli 2011 op 10:30

En dat is nou net mijn bedoeling met zo’n verhaaltje. Ik hoop dat je inmiddels uit de deuk bent!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder