Eline (2)

Traag sjokt het paard met zwiepende staart het schuurtje in, de tanden malend op een paar grassprietjes. Eline staart naar hem vanuit haar keukenraam, een warme mok koffie tussen haar handen geklemd. Ze zucht. Het is tijd om de kinderen van school te halen. Ze zet haar lege koffiemok op het aanrecht naast de ochtendkrant, met op de voorpagina een maatschappijkritisch artikel over haar generatie. Een generatie, zo luidt het commentaar, die niets anders nastreeft dan geluk. Geluk van het verkeerde soort. Vluchtig geluk, oppervlakkig geluk.

Eline – 1

Waar ging het precies fout? De vraag draait rondjes in mijn hoofd. Een onzinnige vraag, dat weet ik wel. En toch, het is het enige waar ik aan denk en tijd om te denken heb ik volop. Ik lig noodgedwongen op mijn rug in een ziekenhuisbed.

Valse getuige

Achter het raam staan op een paar meter afstand zeven vrouwen. Ze kijken strak mijn richting uit, terwijl ze een bordje onder hun kin houden. Nummers een tot en met zeven. ‘Neem er rustig de tijd voor’, zegt de agent naast me. Mijn blik gaat langzaam de rij af. Ik bekijk hun gezichten, hun haren, houding, handen. Ik ga weer terug van rechts naar links en probeer tevergeefs iets te herkennen in de personen voor me.

Opa

Mijn vader en ik wandelen naar binnen door de openstaande deur. Met een zware klik valt hij achter ons in het slot. Dit is de gesloten afdeling. De verpleegster vraagt voor wie we komen en zegt dat ze opa voor ons gaat halen. We mogen plaatsnemen op de gele stoelen aan de tafel. Er ligt een stapel tijdschriften en er staat een kamerlamp. Het ziet er eigenlijk best gezellig uit.

Rokjesdag

Ik kantel mijn hoofd om de zonnestralen over mijn gezicht te voelen glijden. Mijn armen en kuiten tintelen nu ze zich blootgeven aan zon en wind. De warmte van de eerste dag waarop ik zonder jas van huis ga, geeft me een heerlijk gevoel. Maar het wordt nog beter als ik door het geluid van de naderende intercity uit mijn dagdroom ontwaak en eens goed naar het wachtende meisje naast me kijk.