“Wahahahaaaaaaaa …… nou, als het ooit zover met mij komt dan geef je me maar een spuitje.” De man spreekt deze woorden breed gebarend en smalend uit, en steekt nog een sigaret op. Toehoorders verzamelen zich gretig om hem heen en luisteren aandachtig en meelevend. Trots en grootmoedig verteld hij zijn verhaal. Hij is opgegeven en wil zich laten inslapen. Zijn vrouw kijkt weemoedig toe en knikt gelaten.

Ik begrijp dat de man in kwestie zijn lot niet wil dragen en daaraan wil ontsnappen door zich een spuitje te laten geven. Moedig, dat wel; vanuit zijn standpunt bezien.
Maar als die man zijn spuitje krijgt en het leven verlaat? Dan is voor hem de kous daarmee af! Toch? Zijn omgeving juicht hem ondertussen moed en lef toe; een kranige man dat hij dit aandurft.

Zijn vrouw kijkt weemoedig toe en hoort de gesproken woorden lankmoedig aan.

Familie en vrienden, gekleed in gepaste zwarte kledij, met strik of met diep uitgesneden decolleté wensen de vrouw het allerbeste. Zij neemt de wensen in ontvangst en gezamenlijk lachen zij verplicht.

De vrouw komt thuis en er is geen mens die haar begroet. Het huis is leeg en koud, en donker. Zij gaat op haar stoel zitten en kijkt naar de lege plek naast haar. Een lege plek die nooit meer opgevuld zal worden. Tranen wellen in haar op. Zij praat, maar niemand geeft antwoord. Bloemstukken staan haar emotioneel in de weg maar zijn te mooi om nu al weg te gooien, en eigenlijk te groot om ergens neer te zetten. De kaartjes aan de bloemstukken wensen haar al het wenselijke en hartelijks, maar er is niemand die haar antwoorden geeft. Antwoorden op haar vragen, antwoorden op haar eenzaamheid; of troostende woorden.

Maar het leven gaat door en de vrouw blijft in alle eenzaamheid achter. Een ieder pakt de draad weer op; de vrouw ook maar dan op haar eigen manier. Zij bestiert een leeg huis met lege stoelen, met lege asbakken en een leeg, en vooral koud bed. Een telefoon die nog maar zelden gaat. Soms drukt zij op haar eigen deurbel, om te kijken of die het nog wel doet.

Haar man was een held, dat hij dat zo maar durfde om zich een spuitje te laten geven. Maar zij dan? Niemand kijkt er nog naar haar om.

Haar verdriet vermanend zit zij op haar balkon, en steekt een sigaret op. Gewoontegetrouw staat er een stoel naast haar maar die blijft leeg; een asbak staat er tussenin. Zij veegt een traan weg en geeft een aai aan haar hond. De enige vriend die zij nog heeft.

Zij staat op en gaat op de stoel staan, en laat zich voorover vallen.

Dan is het donker.


11 reacties

Mien · 4 november 2011 op 07:41

Ja, dat wringt effe op de vroege morgen.
Met gepaste afstand troostvol geschreven.
Knap.

Mien

Edit:
N.a.v. terechte vraag van Meralixe.
‘Troostvol’ zat nog in mijn hoofd bij het lezen van ‘Dan is het donker-1’.
Excuses voor de ‘misreactie’ en een dankjewel aan Meralixe voor de attendering.
In boventaande reactie dus even het woordje ’troostvol’ wegdenken.

Meralixe · 4 november 2011 op 08:52

Wie zal er nu voor de hond zorgen?
Euthanasie zal natuurlijk voor veel discussie vatbaar zijn.
Mien, troostvol geschreven?

Er zitten enkele rake sfeerscheppende zinnen in de column. Goed zo maar het thema spreekt me minder aan wat niet wil zeggen dat het niet aan bod mag komen he. Afsluiten met een :pint: is er ook al niet bij.

Boukje · 4 november 2011 op 09:59

Mooi en droevig vehaal, ik zie het gemakkelijk voor me.
Zo uit het leven gegrepen.

Maare zou het niet veel mooier zijn met een stuk minder ‘maren’?
😉

Bhakje · 4 november 2011 op 11:17

Ik had me voorgenomen niet op columns van anderen te reageren totdat er een column van mezelf gepubliceerd is, deze laat mij dat voornemen verbreken.
Pakkend geschreven, indrukwekkend. Eigenlijk maar 1 reactie: Stilte, en dat vind ik knap in een column.

Libelle · 4 november 2011 op 12:19

Ik weet zeker dat mijn vrouw, na mijn (waarschijnlijk) slopende ziekbed, zal genieten van haar borrel. Ze zal geheel tegen haar gewoonte in, mijn vroegere richting op praten en tegen de lege stoel zeggen dat het goed is zo.

De sfeer in je verhaal is prachtig neergezet.
Soms drukte zij op haar eigen deurbel…

WritersBlocq · 4 november 2011 op 13:54

Ai… wat een mooie, rauwe column Peet! Maar hoe moet het nu met die hond, denk ik dan.

Groetjes, Pauline.

pally · 4 november 2011 op 14:44

Goed stukje, Peter. eenvoudig en aangrijpend, zonder mooischrijverij. Misschien hadden hoogstens de tranen er nog uit gekund, wat mij betreft.Maar :wave:

groet van Pally

Ferrara · 4 november 2011 op 15:30

Goed stuk.
Familie en vrienden die het laten afweten, na begrafenis of crematie. Zo triest.
Ik hoop dat heel veel mensen dit lezen.

LouisP · 4 november 2011 op 18:47

Heel goed P.
Ik vind die twee rokende mensen wel bijzonder, die asbak. Alsof het feit dat ze roken er ergens mee te maken heeft of zo.

Soms drukt zij op haar eigen deurbel, om te kijken of die het nog wel doet.

Bijzonder stuk P.

Harrie · 6 november 2011 op 18:39

Zo dat is heftig geschreven. Herfstig zou ik bijna willen zeggen. Wel bijzonder.

arta · 7 november 2011 op 07:23

Mooi geschreven, Prlwyt!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder