Liefde
Maison de jeu
Vlammenzee in spetterend theater.
Het doek scheurt, valt, troost, huilt.
Bittere tranen smelten in fijn stof.
Een fanfare van onmacht klinkt.
Vlammenzee in spetterend theater.
Het doek scheurt, valt, troost, huilt.
Bittere tranen smelten in fijn stof.
Een fanfare van onmacht klinkt.
De kleinkinderen en hun ouders wachten bij de kerk op ons.
Wij arriveren in een zwarte volgauto achter de auto waarin hun overleden Overoma ligt.
Geheel volgens haar wens zal de uitvaart een kerkelijk karakter hebben.
Geachte heer Roemer,
Mijn brief kan deze week aan niemand anders gericht zijn dan u. Sinds een week bent u immers de man van 32 (virtuele) zetels. Dat zijn er zeven meer dan Jan Marijnissen er op zijn hoogtepunt behaalde. U en uw partij kwamen bovendien nadrukkelijk in het nieuws doordat Wilders u een pro-Europese partij noemde. Grappig he? Bent u eindelijk de grootste, weet nog niemand wat u nou wilt.
Beha’s, gék word ik ervan. Te groot. Te klein. Te knellend. Te lubberend. Ik koop altijd de verkeerde. En om alles zomaar te laten hangen is ook geen optie, want wie wil er nu tegen een trillende en lillende voorgevel aankijken?
“Kom op, rennen!”
“Alleen als je belooft geen lawaai te maken. Het is half drie ’s nachts.” In Marie’s oude pyjama sluipren ik achter Bram aan door de ijskoude nacht, waarin elk minimaal geluid maximaal lijkt te worden weergegeven. Op elke straathoek staat hij even stil, blaast een paar vrieswolken en rent dan in vol tempo door.
“Heb je alles?” hoor ik hem fluisteren. “De sleutel? Het gereedschap?”