Juist als ik definitief dreig in te dommelen, meldt de conducteur zich via de intercom. ’s Mans stem davert op orkaankracht door de coupé. Goeie genade zeg. Ik ben op slag klaarwakker. Mijn overbuurman, een knul met zwarte [i]geek[/i]-bril, kijkt op van zijn Nintendo en werpt een woedende blik op de tetterende luidspreker boven zijn hoofd. Een oude dame schuin aan de andere kant van het gangpad trekt een grimas en frummelt aan het volumewieltje van haar gehoorapparaat. Ons wordt tweemaal toegebruld dat we onderweg zijn naar “station de luchthaven Schiphol”. Dan volgt een vertaling voor de buitenlandse reizigers aan boord. De [i]next destination[/i] heet nu “Sjippol”, maar in de herhaling wordt het “Skippol”. De conducteur kon zeker niet beslissen welke variant het Engelst klinkt. Direct nadat hij de microfoon met een oorverdovende KLAK heeft teruggehangen, stapt hij onze coupé binnen. “Goedemiddag, dames en heren. Mag ik uw vervoersbewijzen even van dichtbij bewonderen?”
Handen tasten routineus in jaszakken en tassen.
“Ja hoor…dank u…bedankt…Duivendrecht overstappen hè….”
Maar dan: “Dit is een verlopen kaartje!”
Meerdere passagiers kijken direct op of om. Ook ik. We zien hoe de conducteur met zijn kniptang naar een treinkaartje wijst. De man die het tussen zijn duim en wijsvinger omhoog houdt, kijkt als een uil in doodsnood. Maakt een gebaar van [i]Sorry, ikke niet verstaan[/i].
De NS-meneer schakelt soepel over op steenkolenengels. “On your ticket it is the eighth, but today it’s the eleventh”. “Eight” klinkt bij hem als “AIDS” en “eleventh” als “elephant”. Ik gniffel besmuikt en probeer een blik van verstandhouding uit te wisselen met mijn overbuurman. Die heeft het echter te druk met zijn computerspelletje. Waarschijnlijk is het hem niet eens opgevallen. Ik moet denken aan graffiti. Bijna iedereen die ik er op werk, verjaardag, radio of tv over hoor praten, spreekt het verkeerd uit. In Nederland besmeurt de jeugd de muren met zwaartekracht.
Maar kom, denk ik vermanend, laat ik ook de hand in eigen boezem te steken. Op het glibberige pad der conversatie in een vreemde taal ben ik vaak genoeg onderuit gegaan. Wie probeerde ooit een Parijse McDonald’s-employé in verkeerd beklemtoond schoolfrans duidelijk te maken dat hij een milkshake bliefde? En was niet ik degene die in een gesprek met een Brits familielid over ‘the bride and broom’ had? De bruid en de bezem…het klinkt als de titel van een kinderboek over een heks die gaat trouwen. Of nee, ik zie een jonge vrouw in witte japon, die van een boze gemeentebode de dwars tegen het verbod in gestrooide rijstkorrels van het bordes moet vegen.
Ik ben zo in gedachten verzonken dat ik de conducteur per abuis mijn bankpas laat zien. Hij stelt voor dat ik hem dan ook maar gelijk mijn pincode geef. Ongetwijfeld zijn vaste kwinkslag bij dit soort vergissingen. Ik grijns dommig en haal alsnog mijn abonnement tevoorschijn. Hij steekt zijn duim op en loopt de coupé uit, richting intercom. Tijd om station [i]Doevendrekt[/i] aan te kondigen. Ik druk alvast mijn handen tegen mijn oren.
5 reacties
SIMBA · 4 juni 2011 op 12:11
Nou ja, hij was in elk geval te verstaan 😀 Vaak genoeg hoor ik gemurmel uit de intercom en moet ik maar raden wat er gezegd wordt!
Wel een leuk stukje! En vergeet niet uit te checken met de OV-chipkaart en uw persoonlijke bezittingen mee te nemen als u uitstapt. (dit laatste werkt preventief voor bommen die men zou willen achterlaten 😀 )
arta · 4 juni 2011 op 17:29
Leest als een trein! 😀
Leuk geschreven, Dacs!
Ferrara · 5 juni 2011 op 11:49
Waar zouden we zijn zonder de trein. Er valt altijd wat te beleven op het spoor. Met plezier gelezen.
Mup · 5 juni 2011 op 14:55
Het was vast niet je bedoeling, maar ik mag die conducteur wel, met plezier gelezen,
Groet Mup
sylvia1 · 5 juni 2011 op 20:34
Leuk luchtig stukje. De vijfde alinea vond ik niet zo’n geslaagd zijweggetje.
Ik kan me persoonlijk soms ook aan conducteurs ergeren maar ze geven wel kleur en afwisseling aan mijn vaste treintraject.