Algemeen
Blinde vlek
Een grote hand pakt mij stevig bij mijn bovenarm en trekt mij van mijn stoel af. Er wordt mij opgedragen te luisteren, en hoe beter ik meewerk hoe sneller ik weer kan zitten. Ik wil niet mee, begin te schreeuwen en spartel tegen. Ondanks mijn geschop tegen zijn schenen en mijn oorverdovende gegil word ik aan mijn arm de gang opgetrokken. Het gaat niet snel, maar langzaam aan verlies ik terrein. Hij is veel groter en veel sterker dan ik ben. Mijn gevecht is kansloos.