Vogels Vliegen

Mijn voetstappen klinken hol op het lege perron. Het fluitsignaal snerpt in mijn oren. Met een laatste krachtinspanning en een extra grote sprong bereik ik nog net het balkon. De trein trekt al op als ik hijgend neerval op de rode kunstleren bank. Mijn mond en keel zijn droog als perkament en aan de pijn in mijn borst te voelen, kunnen mijn longen ieder moment scheuren. Jezus nog aan toe is dat rennen. Gelukkig het bonzen van mijn hart zakt snel af. Amusant te bedenken dat, dank zij de verplichte fitness uren waar ik zo’n hekel aan heb, mijn conditie kennelijk top is.

Sterk spul

Ik zit languit, onderuit gezakt in mijn blauw, opklapbaar strandstoeltje. Een peuk in mijn rechter-, en een fles, te dure, goedkope wijn in mijn linkerhand. Een warm gevoel van welzijn stroomt door mijn lichaam, eindelijk!

Realistisch dromen

‘Zo’n compleet uitgerangeerde, overwerkte, verlepte moeder? Mij niet gezien!’ Een zes jaar jongere stem weerklinkt in mijn gedachten. Destijds was ik dan ook heilig overtuigd van dit veronderstelde feit. Iets zodanigs zou mij eenvoudigweg niet gebeuren. Daar ben ik immers zelf bij. Inmiddels is mij het tegendeel wel bewezen. Ik ben er nog bij. Verlept, uitgerangeerd en overwerkt.

Vroeg of laat

Het is even voor achten. Mijn trein had er allang moeten zijn, maar door uitgelopen werkzaamheden aan het spoor is de dienstregeling helemaal in de war. Midden in een galmend omroepbericht gaat mijn mobiel. Ik neem het gesprek aan en druk mijn vinger in mijn andere oor. “Ik denk dat het is begonnen.” Ik neem de trein terug naar huis. Die rijdt gelukkig wel.

Het kind

Het is heerlijk weer en ik besluit met Twister, de hond, het bos in te gaan. Gewoon een stukje lopen. Genieten van de invallende herfst. Dit had me al wakker moeten schudden, want als ik nou ergens een hekel aan heb, is het de herfst en lopen. Ik hou van de zomer en van fietsen zonder tegenwind.