En het mocht allemaal veel strenger want we waren toch geen juffershondjes! Dus!
Strenge kritiek kan, en mag. Ik wil er nooit mee beginnen, want het is mijn ervaring dat schrijvers over ’t algemeen veel meer leren van het benoemen van wat ze wél goed doen. Ik hoor het van zoveel mensen die een schrijfcursus volgen waarbij afbreken de norm is: daar word je alleen maar schuw van, of je gaat allemaal precies zo schrijven als de juf.
Ik merk bij mijzelf een tendens om strenger te worden naarmate de cursist getalenteerder is, dan wil ik het onderste uit de kan.
Waarmee ik weer niet wil zeggen dat ik dat hier ook doe.
Anyway. Soms is kritiek een kwestie van smaak. Vaker is kritiek een kwestie van vermijdbare missers. Die ga ik dan nu maar eens te lijf. Riemen vast?

Van Baele draait door
Zin 1 meteen al een lelijke constructie, met die werkdag die eerst onderwerp en dan lijdend voorwerp is.
Dan een regel om in het Grote Regelboek te noteren: als je stuk af is, doen dan control-F op “voel” en ga die zinnen met een kapmes te lijf. Dirk voelt zijn hart sneller kloppen. Gossiemijne. Wie is hier de verteller? Waarom is er überhaupt een verteller? Eind van het liedje is dat Dirk Bert “verbouwereerd achterlaat.” En hoe weet hij dat? Hij is toch net weer naar binnen gegaan met die draaideur? Ohnee, da’s natuurlijk de verteller, die is zo uit Dirks hoofd de straat op gesprongen.
Helemaal opnieuw en nu minstens 20 centimeter onder de huid van Dirk, en dood aan de verteller!

Plaksnuit
Dit zit 20 centimeter onder de huid. Dat is goed volgehouden. Maar krijg ik het flauwste benul over wie het gaat? Is hier een vervolgverhaal aan voorafgegaan dat ik niet heb meegekregen? Een schrijver moet mensen binnenlaten in zijn huis, anders wordt het interessantdoenerij waar ik niet in geloof. Hoewel er zat mensen zijn die dat tekenend vinden voor mijn domheid. Maar het stuk zou intrigerender moeten zijn om gepuzzel te rechtvaardigen.

Hel
Ook hier weer die uitnodiging tot puzzelen. Ik ben wel zo’n snob die niet ophoudt met googelen tot het mysterie der Noorse mythologie is opgehelderd, tot en met de naam van Sleipnir. Maar wat moeten we hiermee? Wat wil je teweegbrengen bij je lezer? Wat is de kernzin? Kennelijk is er iets in jouw leven gebeurd dat geraakt wordt door die Noorse mythen. Laat de lezer toe en vertel wat het is. Maak er meer werk van, anders is het zonde van je schrijftalent.

Heilig Jaar
Kan er niks aan doen, dit is een mooi rond verhaal met een einde dat alle sentimentaliteit op afstand houdt.

Lekker Lullig
Doe eens even ophouden met al die ‘aanhalingstekens’! En doe eens geen komma na een uitroepteken! En houd je ott en ovt eens wat beter op de rails! Zo. Verder best leuk voor in een wijnblaadje, om de Liebfraumilch aan te prijzen. Ga je de diepte nog opzoeken of hoe zit dat?

Broeder Sergius
Die eerste zin mag weg, we mogen hopen dat we daar getuige van zijn. Waarom begin je niet met de eerste helft van de laatste alinea? En waarom lees je alle zinnen niet even luidop om te horen of ze wel lopen? “Dan weer naar het Colosseum in al zijn details [goh, welke?] of voerde hij ons mee …” Dit stukje heeft zoveel meer potentie, ik vind het prachtig, die gêne van Broeder Sergius. Wees niet zo snel tevreden!

Koos koos
Prachtig. Er is maar een zin die eruit kan “Zo spreek ik wel vaker met overleden dierbare. Meestal onaangekondigd.” De lezer is niet dom.
En iets uit de reacties: Meralixe zegt: Had het nog sterker gekund door pas op het einde de ware aard van de column mee te geven?
Pierken zegt: Heb dat wel overwogen, zelfs om het helemaal in het midden te laten, maar ik wilde de chronologie niet teveel verbijzonderen. Dat voelde niet integer en heb het daarom opgeschreven zoals onze verstandhouding was; rechtuit.
En daar ben ik het hartgrondig mee eens. Deed me acuut denken aan Grijze Zielen van Claudel, dat heeft een spanningsboog nodig, en Claudel creëert die op de allergoedkoopste manier die er is: ik weet het wel maar ik zeg het lekker niet.

Schrijven voor Geld
Het meta-gehalte van deze column is zo groot, dat ik hem alleen daarom al bewonder. Een cynisch punt effectief gemaakt. En een vraag om je als columnist te stellen: hoeveel integerheid ben je bereid op te geven?

Oude wonden
Qua verhaal vind ik hem goed. Technisch zijn er wel wat missers. Punt één: het vertelperspectief. Blijf in het hoofd van de vrouw voor het meeste effect. Dus “praten heeft nu geen zin, weet hij” moet eruit. Dat is een zin van de verteller, en zet de lezer op afstand.
Pas op met het benoemen van emoties. Ook iets om met control-F langs te gaan: woede, boos, etc. Meestal blijkt het al voldoende uit actie en dialoog. Dan die 2x ‘wordt,’ daar staat opeens weer een verteller tussen lezer en personage. Weg ermee, we willen er zo dicht mogelijk bij zijn. Dan heeft die switch van zij naar ik in de laatste zinnen ook veel meer effect.
Witregels werken ook als een gordijntje, ik zou het niet doen.

Broche
Mooi en sfeervol. Juist door de beperking kom je tot de essentie, al had er misschien een piepklein zinnetje aan het interieur gewijd mogen worden. Er is maar een foeilelijke zin: die van die schapenstoofpot. Een zin uit een ouderwets meisjesboek, blegh.

IJl
Ik vind hem fijn. Zo laat je echt alles bij de lezer, kauw je niets voor, krijg je dus ook geen sentimentaliteit, alleen mededogen.

Langs achteren gepakt
Kabouter Prikkeprak kan ik nu nooit meer on-zien. Ik vind hem leuk en origineel, al begrijp ook ik die laatste zin niet helemaal. Vormdingetje: doe maar geen witregels. Beter is om bij dialoog iedere spreker op een nieuwe regel te laten beginnen.

Den Bosch 1923
Dat virtuoso amaj7 moest ik even googelen. Zegt vast iets over mij, maar het leidde af van de inhoud. Ook het begin wekte even wat verwarring, beelden versprongen in mijn hoofd: eerst stond ik binnen, toen buiten. Eerst denk ik dat oma dezelfde is als die vrouw met dat schort, pas door ‘vader’ snap ik dat er twee vrouwen zijn. Het stuk over opa vind ik grandioos, dat voert mij mee als een film.

Bravo
Erg mooi. Compact inkijkje in zowel de werking van het geheugen, als de herinnering zelf. Hier is de verteller duidelijk zichtbaar omdat zij tegelijk de hoofdpersoon is, van het nu en van het verleden. De enige zin die eruit mag is ‘woede en schaamte strijden om voorrang.’ Dat blijkt duidelijk uit de gebeurtenissen. Ik ben het niet eens met het commentaar dat de laatste zin weg kan, in dit geval vind ik hem onontbeerlijk voor de afronding.

Zakdoekje leggen niemand zeggen
Met alle respect voor het eventuele autobiografische gehalte: probeer hem eens te herschrijven zonder het zo WGvandeHulstig te maken? Meisje met de zwavelstokjes? Met dat misplaatste sieraad en die hematomen ga je de goede kant uit, krijgt het iets eigens. Ook het einde vind ik mooi. Al het andere is cliché, ook al is het misschien nog zo waargebeurd; om er een goed stuk van te maken moet het rauwer, zakelijker. Niet méér woorden maar veelzeggendere.

Zonder vrees
Wat mij betreft een nietszeggend stukje. Het maakt geen enkel punt. Ik zou zeggen ‘wees maar niet bang’ en ‘Van het gebrek aan vrolijkheid.’ Maar eigenlijk zou ik vragen: wat wil ik zeggen? Hoe zeg ik dat effectief? Is het een origineel en belangwekkend gegeven? En pas dan op publiceren drukken.

Afscheid in de toekomst
Mooie titel en een stukje met potentie. Maar dan moet er nog heel wat gebeuren. De inleiding kan weg. Begin altijd zo laat mogelijk in het verhaal. De namen Hans en Kees: te nietszeggend. Een ‘dapper besluit’ – oeh. Dat zegt de vaderlijke verteller over een kleine jongen. Durf eens véél dieper te gaan? Het gegeven van zo’n re-enactment groepssessie kan zo krachtig zijn, maar je maakt er een doktersromannetje van. Dag lieve mams. Ze kijkt hem ‘lieflijk’ aan. En daar was hij altijd zo bang voor geweest?

Ik mis je
Prachtig. Heel mooi die opeenvolging van vragen, dat is hoe het moet: emoties laten meevoelen zonder ze te benoemen. Knap hoe je met dat woord ‘zilverkleurig’ de blik van de lezer meetrekt naar het beslissende moment van aanbellen en niet meer terug kunnen. Maar één aanmerking: weg met die stippeltjes aan het eind! ‘De deur gaat open.’ Punt.

Straatfeest
Een lot uit de loterij! Sfeervol neergezet, dat buurtfeest, goed geobserveerd. Nog een woord om control-F op te doen: ‘word’ en ‘worden.’ Dat schept altijd nodeloos afstand. Ben het wel eens met het commentaar dat dat zinnetje ‘vertrouwd – eerste liefde’ er wel uit mag. Houd het maar lekker mysterieus. En weg met alle stippeltjes! Stippeltjes ontkrachten …

Tot nooit meer
Het zwoegen en de hitte goed weergegeven. Als plot misschien een beetje magertjes, was misschien leuker geweest als er ergens uit was gebleken dat dit níet de laatste was.

Een oude vriend
Erg leuk verhaal, super onverwacht einde. Ik heb zitten twijfelen of je er echte dialoog in zou moeten doen, maar eigenlijk werkt de indirecte rede heel goed in het weergeven van het niet-bestaan. Puntjes op de i: eerste zin springt van vvt naar ovt naar ott. Begin in het heden en blijf daar! En doe control-F op ‘maar.’

Imke
Prachtige slice of life, goed ingevoeld hoe verschillend de man en de vrouw omgaan met het verlies. Enige aanmerking: de laatste zin kan weg. Dat hadden we zelf ook al bedacht.

Zo! Zal ik nu maar een Geheime Locatie gaan opzoeken?


15 reacties

Mien · 27 november 2014 op 07:30

Prima commentaar en helemaal beantwoordt aan de handreikingen die in het CX Café gegeven werden. En ook nog het commentaar op maat gegoten. Hier kan ik wat mee. En zo leren we van elkaar.
Waarom een Geheime Locatie opzoeken? Daarmee doe je jezelf tekort.
Vraagje nog: Moeten de titels ook in minder woorden? Het valt me op dat je sommige titels afkort.

Lianne · 27 november 2014 op 08:29

Ik heb nog niet alle commentaar aan de stukjes gekoppeld, maar als ik het zo doorlees is het in elk geval pittiger en meer op details.
Dank weer, Hella, veel mogelijkheden tot leren voor iedereen.
Maar ik zit de rest van de dag glunderend achter mijn schermpje. 🙂

Suus · 27 november 2014 op 08:42

Tja die puntjes hè…..dat is iets wat ik al zo lang doe en het is goed om daar eens over na te denken. Want meestal voegt het niets toe en is een “punt” gewoon genoeg.
Bedankt voor je commentaar Hella!

Meralixe · 27 november 2014 op 09:58

Oei, ‘van mijn voeten’ is een typisch Vlaamse uitdrukking merk ik nu ook wel. Het betekend iets in de zin van … naar mijn mening onbekwaam, kwalitatief slecht.

We hadden het er al over en we zullen het er in de komende maanden (hopelijk) nog over hebben, de kritieken, de aard en het doel er van, daar kan veel over gezegd worden.
Maar, en ik weet het, ik val in herhaling, dat kritieken het zout op de patatten zijn van een goed draaiende column x, dat blijkt nu ook weer. Van waar komt anders de stijgende belangstelling voor uw bijdrage op ‘onze’ site. 🙂

    Spencer · 27 november 2014 op 11:13

    En ik weet nu eindelijk hoe het met die voeten zit…

arta · 27 november 2014 op 10:15

Echt, ik heb heel erg hard gelachen om deze ongezouten kritieken. 😀

troubadour · 27 november 2014 op 10:31

Tjonge, wat kan iedereen goed incasseren! Ik heb nog wel even nodig hoor..

Spencer · 27 november 2014 op 13:00

Leuk leesvoer, Hella. Bijna jammer dat ik kennelijk niets verkeerd heb gedaan. En je begreep m’n intentie. Volgende keer cijfers?

La_vie_en_rose · 27 november 2014 op 15:22

Ik heb blijkbaar iets gemist. Leest desondanks wel lekker weg.

Als “We zitten OP de bus” een Vlaamse mistake is, dan is “Doe eens even ophouden…” dat ook. Volgens mij is dit geen AN. Of het behoort toch niet tot ons Vlaamse AN (!).

Daarnaast bezorgt elke zin die begint met “Doe…” me de creeps want mijn ex-creepy-hollands vriendje zei dat ook altijd.

Hella Kuipers · 27 november 2014 op 16:37

Ja, dat ‘doe eens’ is een raar soort anglicisme geloof ik. Do shut up!

Pierken · 27 november 2014 op 18:16

Derde schrijfopdracht alweer en er is aardig wat gezegd over de vorm van recenseren. De recensent gerecenseerd. Of eerder geregisseerd in het recenseren. Moet kunnen, maar dat kan m.i. ten kosten gaan van objectiviteit. Neem het verzoek ‘strenger’ recenseren. Als binnen die toepassing bijvoorbeeld een slag humor niet of minder aanspreekt, dan kan dat zwaarder gaan leunen op de objectiviteit van de recensent, waardoor de inhoudelijke beoordeling (te) subjectief kan worden. Andersom werkt dat ook zo.

Poep is vies ja, maar leg dat maar eens uit aan een mestkever. Het blijft volgens mij sowieso, op vorm en grammatica na, vaak een subjectieve visie, zoals wij schrijvers die hier ook naar elkaar uiten. Ervaring kan het verschil maken. Dat je die hebt blijkt uit jouw voorwoord. Maar dan nog lijkt het mij niet eenvoudig. Zeker niet als je in deze vorm zo rechtstreeks in contact staat met de beoordeelden. Persoonlijk lees ik jouw visie op de ingezonden stukjes graag en haal er de voor mij leerzame dingen uit.
Enneh, ‘Doe eens ophouden’, dat is bewust fout, dus goed. Doe maar doorgaan daarmee 😉

Ferrara · 27 november 2014 op 22:08

Hella, je bent hier een flinke uitdaging aangegaan.
Doorgaan, vooral doorgaan zou Barry Stevens zeggen.
Ik kwam er dit keer met glans af, waarvoor dank.
Veel geleerd van de andere commentaren die je gaf.

schrijfersveer · 28 november 2014 op 12:48

dank voor je aantekeningen Hella – en wb ‘Tot nooit meer’ helaas was het wel de laatste keer – kon er niets anders van maken.
Valt nog veel te leren.

pally · 28 november 2014 op 12:53

Dank je Hella. Prima commentaar! Maar dat vond ik sowieso al.
Ik ga lekker door. Het blijkt heel stimulerend te werken hier.
Nee, geen puntjes. 😉

Nachtzuster · 29 november 2014 op 01:33

Met veel plezier de recensies gelezen en bijgeleerd. Dank je voor de moeite die je neemt om elke uitdaging goed te absorberen en de dingen eruit pikt die het meest leerzaam zijn. Voor mij dan. Laat ik voor mijzelf spreken.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder